donderdag, november 11, 2004

Cat Stevens

Een paar dagen geleden speelde een nieuw cassettebandje tijdens de afwas. Het was ergens opgedoken en er stond op: Melis. Moeders muziek dus. Ook was er nog Top 30 te lezen, maar dat leek doorgestreept te zijn. Dus hop spelen maar. Na een paar Kate Bush nummers begon een man te zingen. Er waren gitaarakkoorden begeleid door een vals geworden keyboard, dankzij de ouderdom van de tape natuurlijk. Ik dacht eerst dat het Al Stewart moest zijn, maar navraag leerde dat we hier te maken met de door mij altijd genegeerde Cat Stevens. Cat Stevens, behalve Morning Has Broken kon ik me geen werk van hem herinneren. Dit was toch wel verrekte goed. Hebben we daar een LP van? Jazeker. Dus die plaat op, hieronder de bevindingen..
Where Do The Children Play wordt helaas nergens meer overtroffen. De interessante stemversieringen van Cat bevallen het best in dat nummer, de baslijn (of is het een lage gitaarsnaar?) is vreselijk goed en ook het urgente gegrom van Cat vlak voor het refrein zweept fijn op. Hard Headed Woman is als een mindere kopie van het openingsnummer. Het heeft een intro alsof Franz Ferdinand zometeen met een staccato riff zal komen aanzetten, maar veranderd dan totaal. Het interessantste gedeelte in het nummer is nog het gedeelte waarin Cat zichzelf verwevend zingt: What d'you come here for, I don't knoWhy?. Wild World had ik misschien toch al eens gehoord. Of was het in de uitvoering van iemand anders? Dit is volgens mij net zo'n fijne meebruller als een van vader's favourites Rockin' In A Free World, of hoe dat nummer van Neil ook precies moge heten. Cat gromt zich weer fijn een weg naar het refrein. Sad Lisa is het eerste mindere nummer. Beetje klungelig rijmende teksten, maar wel een hele foute, maar gave, zigeunertraanvioolsolo. Op Miles From Nowhere gaat Cat gospel. Maar het begint wel op te vallen dat de meeste nummers eenzelfde opbouw hebben. Een rustig lief intro, dan urgenter wordend gezang en dan drums en ontlading.
Kant B dan. Ik denk dat een van de grootste voordelen van een LP is dat je de afzonderlijke kanten rustig allebei een kans geeft. Je luistert kant A, doet wat anders en dan kant B. Als ik van deze plaat alles achterelkaar draai vind ik Kant A veel beter dan B en Kant B eigenlijk saai. Draai ik ze apart met pauzes dan bevallen ze ongeveer evenveel. Kant B begint met het wat anonieme But I Might Die Tonight. Het is kort en het is snel vergeten. Maar daarna wordt de luisteraar wakker met de totale stijlbreuk Longer Boats. Wat is dit!? Het doet me denken aan die man die zong over een gat in zijn emmer en Daaaay-oh, het nummer wat lang geleden tot de badkamerfavorieten van pa behoorde. Wat Beach Boys samenzang had wel gepast in dit nummer. Een Brian Wilson basslijn is al aanwezig. Helaas komt het net niet lekker op gang allemaal. Into White is het 3e vrij kleurloze nummer.
On The Road To Find Out heeft de mooiste titel, alles met road vind ik goed. Het nummer heeft ook de beste gitaarpartij, maar het duurt allemaal te lang. Daarna tovert Cat weer een hit uit zijn hoed: Father and Son. Net als met Wild World bekruipt me het gevoel dat ik dit in een andere versie ken, dit keer zelfs van een boyband. Het heeft wel een boybandachtige sentimentaliteit, dat is zeker. Het slotnummer zou een van de mooiste hebben kunnen zijn. De titeltrack begint met fijne piano-akkoorden die ooit nog eens een Multi-Panel glitch melancholica behandeling dienen te krijgen. Zang en tekst zijn ook geweldig maar het wordt allemaal verpest door het hippie-achtige Happy Day, wat massaal wordt gezongen. Nog erger zijn de piano-akkoorden die weer daarop volgen en die volstrekt overbodig en dus doodzonde zijn..