Jandekdag: #0779
De reden dat ik vorig week toch maar een pauze inlaste was simpel: Glasgow Sunday is, zoals iemand op de mailinglist zei, een hel! Ik kom er maar niet doorheen.
Dit is het muzikale equivalent van een kilometer prikkeldraad. En dat is eigenlijk ook wel tof. Jandek live is straf, zoals de Belgen zeggen. En misschien is het ook wel werkelijk straf om ernaar te luisteren? Een geseling. Het Bluesspook is herrezen.
Glasgow Sunday verscheen een half jaar nadat Jandek voor het eerst een podium betrad, zover bekend althans. Dat was op een zondag in Glasgow, dat begrijpt u. Hij was niet alleen, hij werd begeleidt door medemuzikanten die voor het eerst identificeerbaar bleken, namelijk Alex Neilson en Richard Youngs.
Het was een onaangekondigd optreden op een festival getiteld Instal. Een zeer kunstzinnig festival, wat ook te merken is aan de enthousiaste reactie van het publiek na de meeste nummers. Op een "normaal" festival zou deze herrie waarschijnlijk niet geaccepteerd worden.
Toch kan ook dit publiek af en toe een lichte verveling niet onder de drukken en dan sijpelen stemmen de opname in. Wat op een vreemde "alien" manier wel weer erg goed past.
De nummers zijn lang: tussen de 6 en 10 minuten en dat keer 8. Jandek ramt als vertrouwd op zijn electrische gitaar. Het is vooral het nieuwe geluid wat de drummer en bassist voortbrengen dat fascineert. Neilson improviseert erop los en drumt nergens vooruit. Ik heb geen flauw idee op wat voor machine bassist Youngs speelt maar het klinkt alsof hij met een strijkstok speelt. Heel dreigend. Overigens zal het wel geen strijkstok maar een bepaald soort effectpedaal zijn, of meerdere. Wat het ook is, het is een van de leukste aspecten van de plaat.
De manische muziek past goed bij de teksten waarin Jandek lijdt als vanouds.
Not even water
Crossed my lips
I’m a gone, goner, goner
Hanging out to dry
The wind just swept me
On over to here
The stars are sinking
I don’t know what to do
Not even water
Crossed my lips
Deze tekst zorgden op de mailinglist tot een theorie over Jandek als een Hunger Artist, zoals in het het verhaal van Kafka waarin een hongerende man zijn lijden in een circus als beroep exploiteert, tot de dood erop volgt. Zonder enig succes overigens, het is Kafka, want het publiek en zijn collega's negeren hem. Jandek zou je dan moeten zien als een zieke oude man die langs de theaters trekt en zijn demonen uitdrijft (Om zijn demonen uit te drijven?). Dat laatste doen natuurlijk alle muzikanten wel.
I’m rolling my eyes
The last gasp is coming on
All over my body
There’s a deep deep chill
It’s been coming a long time
The rushing waters are still
It’s hopeless to be here
Please take me away
I’ve finished my walking
I’ve finished my talking
I can’t beg you no more
Let the red sea take me down
Zoals gezegd is dit misschien wel de lastigste plaat in het hele oeuvre. Dat komt met name omdat na de 10 minuten lange opener "Not Even Water" het momentum eigenijk verloren gaat. Daarna dobbert de muziek stuurloos door een rode zee van bloed.
Er zijn wel momenten dat de fantastische dreiging van het openingsnummer wordt teruggevonden. Zoals in Real Wild waarin een deur lijkt te piepen en Neilson en Jandek samen een woedend marcheerritme creëren. De hi-hats rinkelen als schelpen. En wat zingt Jandek dan?
I stayed home and did the wash
What else could I do
I got up on Sunday
And I washed my clothes
It’s a human life
Zo zie je maar dat niet alleen Kate Bush over het wassen van kleren kan zingen. Jandek zingt de tekst met gepast komische intonatie, die ook op A Kingdom He Likes te vinden is.Die komische noot wordt voortgezet in Don't Wanne Be. Hij solliciteert nadrukkelijk naar een job als entertainer in een spookhuis. I got bluees (Booeee, als een spook) for you baby.
En wat te denken van het volgende:
It’s these blues I got to deal with
So heavy all the time
Maybe I had them before you
I can’t really say
It’s been so long baby
I don’t know where I’ve got it
The fact of it is
Now it’s a blue blue world
Ik weet niet of Kafka's Hunger Artist ook door een meisje in de steek was gelaten, want dat is waar Jandek deze plaat mee vult. Het slotnummer knipoogt trouwens duidelijk naar ouder werk, opgenomen met anonieme muzikanten, weet u nog?
Deze plaat is vol, te vol. Ademhalen is moeilijk. Jandek zuigt alle zuurstof uit de zaal. Verstikking dreigt.
I’m gonna tell you a story ’bout a little girl
She broke my heart
When I was five I’ve got so old now
Where’s the other half of my heart
I just can’t find it, the other side
Dit is het muzikale equivalent van een kilometer prikkeldraad. En dat is eigenlijk ook wel tof. Jandek live is straf, zoals de Belgen zeggen. En misschien is het ook wel werkelijk straf om ernaar te luisteren? Een geseling. Het Bluesspook is herrezen.
Glasgow Sunday verscheen een half jaar nadat Jandek voor het eerst een podium betrad, zover bekend althans. Dat was op een zondag in Glasgow, dat begrijpt u. Hij was niet alleen, hij werd begeleidt door medemuzikanten die voor het eerst identificeerbaar bleken, namelijk Alex Neilson en Richard Youngs.
Het was een onaangekondigd optreden op een festival getiteld Instal. Een zeer kunstzinnig festival, wat ook te merken is aan de enthousiaste reactie van het publiek na de meeste nummers. Op een "normaal" festival zou deze herrie waarschijnlijk niet geaccepteerd worden.
Toch kan ook dit publiek af en toe een lichte verveling niet onder de drukken en dan sijpelen stemmen de opname in. Wat op een vreemde "alien" manier wel weer erg goed past.
De nummers zijn lang: tussen de 6 en 10 minuten en dat keer 8. Jandek ramt als vertrouwd op zijn electrische gitaar. Het is vooral het nieuwe geluid wat de drummer en bassist voortbrengen dat fascineert. Neilson improviseert erop los en drumt nergens vooruit. Ik heb geen flauw idee op wat voor machine bassist Youngs speelt maar het klinkt alsof hij met een strijkstok speelt. Heel dreigend. Overigens zal het wel geen strijkstok maar een bepaald soort effectpedaal zijn, of meerdere. Wat het ook is, het is een van de leukste aspecten van de plaat.
De manische muziek past goed bij de teksten waarin Jandek lijdt als vanouds.
Not even water
Crossed my lips
I’m a gone, goner, goner
Hanging out to dry
The wind just swept me
On over to here
The stars are sinking
I don’t know what to do
Not even water
Crossed my lips
Deze tekst zorgden op de mailinglist tot een theorie over Jandek als een Hunger Artist, zoals in het het verhaal van Kafka waarin een hongerende man zijn lijden in een circus als beroep exploiteert, tot de dood erop volgt. Zonder enig succes overigens, het is Kafka, want het publiek en zijn collega's negeren hem. Jandek zou je dan moeten zien als een zieke oude man die langs de theaters trekt en zijn demonen uitdrijft (Om zijn demonen uit te drijven?). Dat laatste doen natuurlijk alle muzikanten wel.
I’m rolling my eyes
The last gasp is coming on
All over my body
There’s a deep deep chill
It’s been coming a long time
The rushing waters are still
It’s hopeless to be here
Please take me away
I’ve finished my walking
I’ve finished my talking
I can’t beg you no more
Let the red sea take me down
Zoals gezegd is dit misschien wel de lastigste plaat in het hele oeuvre. Dat komt met name omdat na de 10 minuten lange opener "Not Even Water" het momentum eigenijk verloren gaat. Daarna dobbert de muziek stuurloos door een rode zee van bloed.
Er zijn wel momenten dat de fantastische dreiging van het openingsnummer wordt teruggevonden. Zoals in Real Wild waarin een deur lijkt te piepen en Neilson en Jandek samen een woedend marcheerritme creëren. De hi-hats rinkelen als schelpen. En wat zingt Jandek dan?
I stayed home and did the wash
What else could I do
I got up on Sunday
And I washed my clothes
It’s a human life
Zo zie je maar dat niet alleen Kate Bush over het wassen van kleren kan zingen. Jandek zingt de tekst met gepast komische intonatie, die ook op A Kingdom He Likes te vinden is.Die komische noot wordt voortgezet in Don't Wanne Be. Hij solliciteert nadrukkelijk naar een job als entertainer in een spookhuis. I got bluees (Booeee, als een spook) for you baby.
En wat te denken van het volgende:
It’s these blues I got to deal with
So heavy all the time
Maybe I had them before you
I can’t really say
It’s been so long baby
I don’t know where I’ve got it
The fact of it is
Now it’s a blue blue world
Ik weet niet of Kafka's Hunger Artist ook door een meisje in de steek was gelaten, want dat is waar Jandek deze plaat mee vult. Het slotnummer knipoogt trouwens duidelijk naar ouder werk, opgenomen met anonieme muzikanten, weet u nog?
Deze plaat is vol, te vol. Ademhalen is moeilijk. Jandek zuigt alle zuurstof uit de zaal. Verstikking dreigt.
I’m gonna tell you a story ’bout a little girl
She broke my heart
When I was five I’ve got so old now
Where’s the other half of my heart
I just can’t find it, the other side
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home