dinsdag, november 29, 2005

De Week (van 29-11-05)

*Spinvis - Dagen van Gras, Dagen van Stro
Spinvis is weer terug op aarde. Zijn nieuwe plaat is een stuk gewoner dan het debuut. Misschien komt dat doordat we inmiddels zijn stijl kennen. Misschien is het gewenning. Wacht, dat is hetzelfde. In elk geval heeft hij het buitenaardse niveau even losgelaten en verkeert hij nu in de buurt van Sprankelpaard. Daarover later meer.
De plaat opent met 1 van de 3 echt goede nummers: Ik Wil Alleen Maar Zwemmen. Spinvis had aangekondigd dat de plaat in elk geval poogde wat vrolijker te zijn. Ik vind dat dit redelijk gelukt is. Dat ik 'm liever droeviger zie is 'n tweede. Ik Wil Alleen Maar Zwemmen heeft een Boards of Canada-fluit en een fantastisch electro-basje, dat mij sterk doet denken aan de bas die opdook in het slotnummer op het debuut van Merry Pierce. (Toen bespeeld door JB Meyers, overigens)
Kom in de Cockpit is een van die gewonere nummers. Misschien is het enigszins paradoxaal dat een "simpel" popliedje, tegelijkertijd gewoner aanvoelt en toch moeilijker te schrijven is. Denk ik. Kom in de Cockpit is mij te punky, het outro met de beruchte speelgoedgitaar is wel hilarisch en erg catchy.
Aan de Oevers van de Tijd is het 2e hoogtepunt van de plaat. Dit nummer is 1 van de 2 redenen dat ik Sparklehorse noemde. Het nummer ademt eenzelfde soort sfeer, zeker als na een minuut of 2 de celliste Saartje van Camp begint mee te zingen. Ook Mark Linkous mag graag een paar muzen inschakelen die zachtjes met hem meezingen. Het werkt altijd! Ook de tekst is fantastisch. Niet zozeer het gedeelte waar de titel naar verwijst, maar vooral het refrein, waarin een paar simpele zinnen een hele wereld doen opengaan. Misschien gaat het wel over kamperen. Zoals de meeste nummers bevat Aan de Oevers van de Tijd een heerlijk melodramatisch strijkersarrangement.
Het Voordeel van Video en Flamingo waren al bekend. Flamingo doet het in deze context wat beter dan op single. Misschien dat ik toen te snel oordeelde dat het een ultiem b-kantje was. De trompet is overigens niet gesampled maar wordt bespeeld door Hans Dagelet. Flamingo heeft een geweldige baslijn. Eigenlijk staat de hele plaat vol met goede baslijnen.
De uitzondering daarop is te vinden in het eerste gedeelte van Dagen van Gras, Dagen van Stro. Daarin is een pesterig dissonante noot te vinden. Ik ben altijd blij als dat "basloopje" de nek om wordt gedraaid, na een minuutje. Ik betrapte mezelf erop dat ik in feite dit titelnummer te schetsmatig vond. Terwijl ik eigenlijk tegelijkertijd wilde pleiten voor minder liedjes en meer sfeer, zoals op het debuut. Verwarring alom.
Het 2e gedeelte van dit nummer bevat ook het tweede Sprankelpaard moment. Luister maar eens naar de melodie rond 1.32.. "Je kon het zo goed" en even later "Alles opnieuw". Bingo.
De Zevende Nacht is tekstueel het zwakste nummer op de plaat. Nu komt Spinvis heel dicht bij de kleinkunstmuziek die hij verafschuwt. Ik hoor eigenlijk ook wel wat Henk Hofstede erin.
Het derde en meest geïnspireerde hoogtepunt van de plaat is Lotus Europa, het stuk waar ik van tevoren het meest voor had gevreesd. Ik verwachte 10 minuten doordenderende herrie en in het beste geval droge motorik-drums. Het pakt echter heel anders uit. We horen een perfect opgezet verhaal, vertelt in verschillende muzikale fasen. Spinvis bewijst niet alleen gewone zinnetjes te kunnen "samplen", hij kan ook interessante monologen schrijven. In het begint praat hij als een spraaksynthesizer, maar langzaamaan wordt het beter, op het einde begint het zelfs op enthousiast rappen te lijken. Hoogtepunt van de hele plaat is voor mij het gedeelte waarin de stervende man aan de rand van het zwembad zijn vroegste flashback beleefd. Hij denkt terug aan de zwemles op school. Niet alleen tekstueel maar vooral ook muzikaal klinkt het fantastisch. Een rinkelende beat, een Spinvis-koortje, wat toetsen en strijkers. Heerlijk. En nogmaals, niet alleen die fase, heel Lotus Europa zit geweldig in elkaar.
De eerste luisterbeurt keek ik op dat moment op de tracklist en dacht: Mooi, dit kan echt nog wat worden met nog 3 nummers te gaan. En daar gaat het allemaal een beetje mis. Bijt Mijn Tong Af, heeft wat van Astronaut weg. Ik moest helaas ook denken aan de gladheid van de moderne Green Day.
Explicateur is een instrumentaal nummer. Ik stel me zo voor dat Spinvis een nummer componeerde op de computer en dacht: Dit zou mooi zijn om door allemaal echte instrumenten te laten uitvoeren. Dat denk ik namelijk zelf ook wel eens.. En Spinvis heeft daar nu de kans voor, dus waarom zou hij het niet (laten) doen. De valkuil is dat je verwacht dat de melodieën dan pas echt mooi worden, terwijl je in werkelijkheid eerder met de neus op de feiten wordt gedrukt. Wat stelt het nou eigenlijk voor? Pauzemuziek.
1 nummer dan nog. De Tuinen van Mexico. Wederom een geweldig dramatische cello. Maar zowel de gitaarpartij als tekst hebben me eigenlijk niet geraakt.
Het is moeilijk om nu al een conclusie te trekken. Natuurlijk, de verwachtingen waren te hoog. Daar valt niet aan te voldoen. Je moet je helden ook niet meteen afserveren. Dat zou onverdiend en gemakzuchtig zijn. Ook van de mindere nummers valt heus wel te genieten. Laten we zeggen dat Spinvis misschien wel gewoner is, maar nog wel gewoon bijzonder.

*Salif Keita - M'Bemba
Keita is een ideale muzikant voor luie journalisten. Je kunt altijd beginnen over het feit dat hij een albino is. En, nog leuker wat mij betreft, vertellen dat hij een directe afstammeling is van een (de?) Malinese koning.
Ik maakte kennis met Keita toen hij in 2002 Moffou uitbracht. Een van mijn favoriete platen van dat jaar. Moffou is een aanstekelijke combinatie van geweldige ballades en opzwepende dansnummers, zoals die ook in Kirikou et la sorcière, een flauwe doch aanstekelijke Franse tekenfilm. M'Bemba kent helaas aanzienlijk minder ballades dan Moffou. De plaat is voller en drukker. Het is me wat te gelikt, hoewel het ergens allemaal ook erg aangenaam klinkt.
Er zit trouwens ook nog zo'n irritant "iemand roept me" moment in, aan het slot van Ladji.
Oh ja, wie deze plaat beluistert moet er rekening mee houden midden op straat ineens "Yambo, Yambo" tegen zichzelf te mompelen.

*Dietrich Buxtehude - Vocal Music Vol. 1
(Emma Kirkby, John Holloway, Manfred Kraemer, Jaap ter Linden & Lars Ulrik Mortensen)
Een tikkeltje te ouderwets voor mijn moderne oren. Meestal houd ik ook niet zo van orgelmuziek. Alhoewel ik wel 'ns een concert in een kerkje in Frankrijk (of was het Duitsland?) heb meegemaakt, waar die muziek toch erg meditatief en hemels was. Al met al een frisse ervaring, zo vaak luister ik niet naar cantates.

*The White Birch - Come Up For Fair
Van Star Is Just a Sun, het vorige album van The White Birch, herinner ik me eigenlijk alleen maar dat het wel ok was. Vaak heb ik 'm echter (dus?) niet gedraaid. Dit nieuwe werk doet me denken aan een betere versie van At The Close Of Every Day. Er wordt iets warmer en beter gezongen. Tegelijkertijd blijft het hele koele muziek. Een mooi contrast. De plaat zal hetzelfde lot treffen als zijn voorganger, maar wat geeft het. Verwachtingen zijn er in geval niet.

*I Heart Huckabees
*Before Sunset

Enkel voor de archieven, hier even genoteerd. I Heart Huckabees is bij vlagen best grappig.
Before Sunset deed me niets, maar ik kwam er pas na afloop achter dat het een vervolg is, op Before Sunrise die ik niet heb gezien. Dat verklaart misschien het enthousiasme op IMDB.

4 Comments:

Blogger bas said...

die vorige van the white birch was niet het debuut, maar de derde. dir is dus, juist, de vierde.

9:52 a.m.  
Blogger Ludo said...

oeps :)

11:03 a.m.  
Anonymous Anoniem said...

Het scheelt wel als je Before Sunrise hebt gezien – vanwege het weerzien met de twee hoofdpersonen en het verschil dat je ziet met hun karakters tien jaar geleden. En het scheelt misschien ook of je de film wel of niet in de bioscoop hebt gezien. Het neemt niet weg dat zonder voorkennis het vervolg (regie)technisch zeer knap gemaakt is (in real time!). Het subtiele spel van de twee acteurs is op topniveau. De emoties zitten verborgen in kleine, bijna onopgemerkte momenten.

Van regisseur Richard Linklater moet je zeker eens het debuut Slacker (1991) proberen (een zonnig dagje in het leven in Austin, Texas – helaas op dvd enkel als Regio 1 verkrijgbaar, maar dan wel in een grandioze uitgave van Criterion), Waking Life (een filosofische animatie over dromen) en Tape (letterlijk spanning op de vierkante meter).

10:26 a.m.  
Blogger Ludo said...

Tape heb ik wel eens gezien. Wist niet dat die film van Linklater was.. Erg fijne film.

Technisch gezien tsja.. Is het wel mooi. Deed me al tijdens de film aan Russian Ark denken. (Hoewel dat nog ingewikkelder was, ongetwijfeld)

De andere 2 films gaan op het lijstje. :)

12:26 p.m.  

Een reactie posten

<< Home