dinsdag, maart 14, 2006

De Week (van 14-03-06)

*Michael de Jong - Echo From The Mountain
Het is alweer een hele tijd geleden dat Michael de Jong hier in Breda zijn korte Echo From The Mountain tournee afsloot. Hij kondigde toen al aan dat hij (wederom) een hele tijd uit de spotlichten zou verdwijnen én dat zijn nieuwe collectie liedjes waarschijnlijk niet in de studio zou worden opgenomen. Gelukkig is er wel een live-versie verschenen, die ik nu eindelijk te pakken heb. De Jong had een tijd in Ierland gezeten en kwam terug met 9 nieuwe nummers. Er was al snel sprake van een "songcyclus", maar dat begrip wekte achteraf gezien teveel verwachtingen. Het zijn gewoon 9 nieuwe typische De Jong liedjes. Zeker de helft daarvan vormen samen een waardige aanvulling op zijn oeuvre. De toppers zitten vooral in de eerste helft met Faces in the Clouds wat aan het slot een Iers dansdeuntje imiteert, dat in al zijn vrolijkheid erg aangrijpt. When We Were Young heeft dan wel een wat clichematige tekst, maar de melodie meandert heerlijk. Een ander hoogtepunt is het louterende Breathe.
Al met al is dit een zeer coherente liveplaat die frappant genoeg beter is dan 23, Rue Boyer, wat toch een soort live greatest hits is.

*Eels (With Strings) - Live At Town Hall
Ik had laatst wat Eels cd's klaargelegd, het werd weer eens tijd om ze te horen. Tot ik deze langs zag komen. Ik had beter het oude werk op kunnen zetten, want dit is pijnlijk. Erg veel nummers van het matige Blinking Lights dubbelabum, dat precies 1 luisterbeurt leuk was. En nog erger is dat E wat teveel aan die beruchte sigaar, die hij on stage rookte, heeft lopen lurken, in de meeste nummers zingt hij namelijk als een schorre kraai. Droevig slecht. Eels piekte rond Daisies of the Galaxy, waarop ook een geweldige tournee volgde met oa. Peter Buck en en de leuke multi-instrumentaliste Lisa Germano in de begeleidingsband "the Eels Orchestra 2000".

*Mi and L'Au - Mi and L'Au
Een aanrader voor de liefhebbers van Julie Doiron. Geen uitschieters, gewoon aangenaam kabbelende huiskamerfolk.

*Neil Young - Comes A Time
Een paar jaar geleden draaide ik deze lp een paar keer en schoof 'm vervolgens terzijde als een van Neil's mindere. Daar ben ik deze week op teruggekomen. Heerlijke plaat, met grotendeels een countryduettensfeertje. Kant A is subliem, met Goin' Back, Lotta Love en vooral Peace of Mind. Het is me inmiddels duidelijk dat ik per definitie een zwak heb voor orkestcrescendo's die, zoals in Peace of Mind, langzaam een nummer in en uit stromen. (Thione Seck maakte daar ook al de blits mee in januari) En dan heeft Neil voor datzelfde nummer ook nog een uitstekende drummer ingehuurd die als Oskarchen op zijn kleine trom roffelt. Trouwens, als er ooit een biopic over Neil Young wordt gemaakt moet Jim Carrey de hoofdrol spelen. Niet alleen omdat hij een Americanadees is, ook kan hij eenzelfde hangende schouders lulligheid uitstralen. Kijk maar naar de voorkant van deze lp. Alleen het vocale gedeelte wordt misschien een probleem. Er is in elk geval genoeg tragedie in Youn'gs leven aanwezig, met een gehandicapte niet-sprekende zoon. Meer drama: "harmony" zangeres Nicolette Larson is niet oud geworden.

*Happiness
*25th Hour
*The Squid and The Whale
*Capote

Ik las op het forum van de Subjectivisten, dat Happiness een aanrader was voor de liefhebbers van Me and You and Everyone We Know. Dus meteen maar gekeken. De ochtend erna zie ik een uitgebreide analyse over de 2 films door Vido Liber op de Subs-hoofdpagina staan, waarin hij me het gras voor de voeten wegmaait.
Ja, Happiness is inderdaad de hardcore, mannelijke versie van Me and You. Ik ben het echter niet eens met Vido's conclusie. Hij kiest voor Happiness als zijnde onaangenaam maar waarachtiger. Dat klinkt een beetje als dat schema van Abrams met zijn 4 soorten poëtica. Mimetische kwaliteiten dus. Terzijde: waren poëtica's nu iets van de criticus of van de kunstenaar zelf..?! Ik zeg zelf altijd dat het enige criterium is of de muziek of de film me raakt. Dat zal wel een pragmatische poëtica zijn, waar iemand als Elmer Schönberger volgens mij de kriebels van krijgt. Al die poëtica's zijn sowieso maar verwarrend. Laat ik erover ophouden.
Maar goed, ik vond Happiness, dat moge in al die vaagheden duidelijk zijn, minder dan Me and You. Niet alleen omdat de soundtrack van Happiness me niet opviel, ook leek me de kwaliteit van de verschillende verhaallijnen in Me and You beter gespreid. In Happiness boeit (mij) alleen het verhaal over de pedofiele vader. De verhaallijn rond Philip Seymour Hoffman is zelfs erg flauw. Sterker nog, de film kent sowieso teveel slechte grappen met lichaamsdelen, zoutvaatjes e.d.
Van 25th Hour had ik me heel wat meer voorgesteld. De synopsis van het verhaal klonk interessant. Een crimineel overdenkt zijn zonden en het nut van het leven, de dag voordat hij zich in de bajes moet melden. Ik zie hoofdrolspeler Edward Norton voor me die door de nacht dwaalt, terwijl het langzaam licht wordt en iedere willekeurige ontmoeting een diepere filosofische betekenis krijgt. Daar komt weinig van terecht, al zitten er in de films aardige scènes bij het water met eenzame ochtendjoggers. Een groot gedeelte van de film speelt zich echter af in een disco. Ook zoekt het hoofdpersonage niet de eenzaamheid op, maar onderhoudt hij zich met wat jeugdvrienden, onder wie alweer Hoffman en de mij onbekende, doch goed spelende, Barry Pepper. Die laatste houdt de film nog een beetje op niveau met zijn rol als gladde Wall Street-figuur. Deze figuur heeft een appartement dat uitkijkt op de plek waar ooit de Twin Towers stonden, wat nog een aardig verrassend effect geeft. Het blijft toch moeilijk te bevatten hoe hard deze aanslag de Amerikanen in het gezicht heeft geslagen. De film begint uitstekend door alle karakters de introduceren, maar al snel gaat het mis wanneer Norton een pathetische monoloog voor de spiegel houdt. De rest van de film kan regisseur Spike Lee het ook maar niet laten om slow-motion effecten een andere dubieuze beeldtrucjes toe te passen, tot en met het tenenkrommende einde.
The Squid and the Whale is wel een uitstekende film. Het speelt zich af in een warme bruine meubels upperclass New Yorks milieu, wat sterk doet denken aan het gezin in the Royal Tenenbaums. Er wordt ook driftig getennist. Alleen The Squid and the Whale weet wél interessante karakters op te voeren. Misschien wel omdat ze realistischer (!) zijn. De film draait om Jeff Daniels, als schrijver zonder succes, die tot zijn frustratie merkt dat zijn vrouw, die inmiddels ook is gaan schrijven, wel succes heeft. Vervolgens komen daar wat liefdesperikelen overheen en zien we hoe ouders en kinderen omgaan met de echtscheiding. Dit alles begeleidt door een uitstekende soundtrack met veel Bert Jansch en Loudon Wainwright III. Oh, en voor het eerst heb ik een "goof" ontdekt! Nou ja, IMDB bleek 'm later ook al te kennen. Maar toch! In de de jaren '80 stonden er nog geen Amerikaanse vlaggen op de metro's.
Capote was de 3e Hoffman film deze week. De film heeft een slim script door het leven van Capote in de periode dat hij In Cold Blood schreef te verbeelden. Nooit geweten en gedacht dat Capote een vadsige, zuipende, irritant pratende homoseksueel was. Hij heeft in de film zelfs wel wat weg van Bob de Rooy. (Paul de Leeuw) Na het lezen van in Cold Blood, wat alweer een hele tijd geleden is, had ik toch de indruk dat we te maken hadden met een wat grijze, saaie journalist. Wel een goed boek overigens, maar het leek niet het werk van een excentriek persoon. De film Capote laat toch wel wat steekjes vallen, zo wordt de film pas echt interessant op het moment dat het in een per definitie fascinerend galgendrama verandert. De verandering die Capote dan doormaakt, komt eigenlijk te laat. Eerst is hij een irritante kwal, maar dan blijkt hij aan het schrijven van dit boek onderdoor te gegaan. Zo komt het meest emotionele moment uiteindelijk pas in de aftiteling! (He'd never finish another book, of iets van die strekking) De film had daar toch wat eerder meer hints voor moeten geven.