Ik moet nog even wennen aan het idee dat ik iets over een boek ga zeggen. Het lijkt een stuk makkelijker om over muziek te oordelen, ach, oordelen is ook niet het juiste woord. Terwijl ik waarschijnlijk langer "lezen" dan "muziek luisteren" als hobby heb. Zou het helpen dat ik zelf muziek maak? Dat klinkt een beetje arrogant.
Vroeger wilde ik schrijver worden. Schrijverstalent! Schreef de juf op de Montessori-school zelfs op mijn rapport. In mijn basisschool-oeuvre zit onder andere een vervolg op de GVR, (de reuzen ontsnappen) een eigen versie van het boek Stormboy van Colin Thiele, een verhaal over Cyprus en een fictionalisatie van het computerspel Theme Park vol bizarre pre-puberale fantasieseks. De meeste van deze verhalen werden overigens samen met vrienden geschreven.
Misschien lijkt de kunstvorm die je níet beoefend altijd lastiger. Een roman schrijven, het lijkt me een hels werk. Een liedje van een paar minuten schrijven is er echt niks bij.
Maar goed, De Halfbroer dus. Het beste boek wat ik dit jaar heb gelezen. Alleen daarom al een post waard. Echt een aanrader, ik ben blij dat Gerard op zijn Dronken Schip over de signeersessie van Lars Saabye Christensen postte en zo impliciet het boek aanraadde.
Ik leende De Halfbroer uit de bieb. Het is een dik boek. Dat belooft wat. Ik wil niet de belachelijke generalisatie maken dat dikke boeken altijd beter zijn. Maar zodra je een dik boek in handen hebt weet je dat je (waarschijnlijk) te maken hebt met een ambitieus werk. Dit is een epos, een familiesaga. Het is een genre dat me wel bevalt. Kijk naar Steinbeck's East of Eden, ook een meesterwerk.
Het mooie aan een dik boek is ook dat je er lang over doet. Simpel. Het pluspunt van elk boek an sich is dat je er weken mee kan doen. Ik heb bijna 2 maanden in dit boek gelezen. 2 maanden met Barnum, Vivian, Peder, Boletta, Vera en natuurlijk Fred.
Hoe kan ik een samenvatting geven van de gebeurtenissen, het boek is zo vol, het bruist zo. Alleen om het geven van een aantrekkelijke samenvatting zou ik al geen boekrecensent willen zijn.
Barnum is de, in lengte kleine, held van het verhaal. Aan het begin van het verhaal is hij in Berlijn op een filmfestival. Hij is een niet al te succesvolle screenwriter, bovendien is hij een zuipschuit. Hij krijgt bericht dat zijn halfbroer, die 20 of meer jaar geleden weggelopen is, terug thuis is. Deze gebeurtenis laat hem zijn familiegeschiedenis vertellen. Het vertellen van deze geschiedenis lijkt een laatste poging van Barnum om zijn leven op een rijtje te krijgen en zijn plek te vinden. Wat me erg beviel aan dit begin, en het is eigenlijk maar een detail, is dat ik tijdens het het lezen van dit eerste hoofdstuk het gevoel kreeg dat Barnum op dat moment een oude man is. Als we helemaal rond zijn en het eind het begin en het begin het eind is geworden, merken we dat Barnum zeker niet oud is. Zijn carriere is eigenlijk pas net begonnen. Hij is waarschijnlijk nog geen 40. Dus cijfermatig is hij zeker niet oud, wat ook niet alles zegt over oud zijn, natuurlijk.
Maar ik moet van dit zijpaadje af. Dit verhaal draait, denk ik, om het feit dat Barnum zijn verhaal móet schrijven. Hij heeft ideeën en scripts liggen, maar eigenlijk kan hij maar 1 ding gaan doen, hij moet zijn familiegeschiedenis vertellen. In het boek worstelt hij om hiertoe te komen. Tot 2 keer toe suggereert iemand (een ober en een hoge filmpief) dat hij het verhaal van Fred moet vertellen. Fred, de verdwenen broer, is de spil van de hele familiegeschiedenis. En niet alleen de familiegeschiedenis, ook de vriendengeschiedenis, als je dat zo kunt zeggen. De wereld van Barnum en de wereld rond Barnum draaien om Fred. Als deze eindelijk terugkeert zijn we in het verhaal rond en is Barnum weer heel. (Een ietwat optimistische lezing, van mijn kant, overigens, want echt op de rails staat zijn leven aan het einde echt nog niet.)
Het boek is een bonte verzameling van geweldige personages die Noorwegen bevolken. Het boek spant zich vanzelfsprekend uit over de hele 20e eeuw.
De mooiste hoofdstukken zitten wat mij betreft in het midden van het boek. Barnum vertrekt op vakantie met Peder en Vivian (zijn beste vrienden, "ben ik alleen maar beste vriend", zou Vivian zeggen) en de ouders van Peder. Op dit eiland zien we het begin van Barnum's drankzucht en ook van het simpele feit dat hij niet echt gelukkig kán zijn.
Een hoofdstuk later begint de duistere relatie van Vivian en Barnum. Ze vrijen in het park. Dat klinkt goed, maar het is in feite Vivian die Barnum plotseling berijdt en Barnum in verwarring en gene achterlaat. De 3 vrienden hebben een vreemde verhouding. Peder en Barnum zijn beiden verliefd op Vivian. Vivian denkt eigenlijk dat Peder en Barnum een stel gaan worden en Barnum, Barnum denkt natuurlijk aan Fred, zou Vivian iets met Fred willen? Of hebben? Fred, altijd maar Fred.
Ik knal maar weer een andere kant op. Dit boek zou een film kunnen zijn. Het is erg filmisch geschreven. Een voorbeeldje, ergens verloopt de tijd als volgt: "... en [ik] liep naar buiten en voordat ik bij de Marienbrug kwam, was de zomer al voorbij". Ik zie het voor me. Zou iemand de rechten hebben gekocht? Zou het een goed idee zijn? Waarom wil ik hier een film van zien? Omdat het makkelijker is geëmotioneerd te raken om een film? East of Eden met James Dean stelde ook niet veel voor. Eigenlijk is een ambitieus en gelaagd boek als dit niet te verfilmen. En toch zou ik willen dat iemand het probeerde. Ook omdat het boek zélf ook om films maken draait.
Ik wil nu niet eindigen met een loze kreet als "ga dit lezen!" of iets dergelijks. Maar die oproep uitvoeren lijkt me toch een goed idee.