donderdag, september 29, 2005

Jandekdag: #0771

The Humility Of Pain is eigenlijk de logische tegenhanger van I Threw You Away. Laatsgenoemde bevatte veel diepe bastonen, terwijl The Humility Of Pain voornamelijk bestaat uit tegen elkaar botsende hoge akkoorden. Op de gitaar aangeslagen natuurlijk, het enige instrument, naast de stem natuurlijk, wat dit keer te horen is. In feite zijn deze akkoorden nog moeilijker te verteren dan de bastonen, die hadden namelijk nog iets bezwerends. Aan de andere kant heeft Jandek nu zijn weerwolf neigingen gelukkig onder controle.

I want you to decide to take the chance
I know you know the humility of pain
Well I must tell you to understand
The personalities of your fellow man
And decide who not to be with

Ietwat gezocht misschien, maar soms denk ik dat hoe mooier de voorkant van een album van Jandek eruit ziet hoe kapotter de muziek is. Hoogtepunten uit het oeuvre als Ready For The House en Your Turn To Fall hebben goedkope snapshots van meubels. Terwijl een kapotte plaat als The Humility Of Pain is opgetuigd met een erg mooie foto van een armoedig steegje in de zon.

I stopped the world
And I stepped out of it
I cut a clean path
I stepped out of it

Wat wel een fascinerend effect geeft, is naar The Humility Of Pain luisteren, terwijl je iets anders doet, bijvoorbeeld een boek leest. Dan hangt de muziek als een bizarre schaduw over je bezigheid. Ver weg, maar toch prikkelend. Ergens gaan je hersenen malen "wie schreeuwt er zo?", "wat zijn dit in godsnaam voor akkoorden?" etc.

You thought you had energy before
You won’t know where you are
And the refrigerator is dead and gone

dinsdag, september 27, 2005

De Week (van 27-09-05)

*Beck - Guero
Je moet eigenlijk gewoon mijn eerdere bevindingen van Guero teruglezen in het archief van dit weblog. (Check maart 2005) Dat was namelijk best een interessant stukje. Met een wat negatieve conclusie. Het probleem Beck & Ludo is simpelwege dat de laatste alle cd's van Beck wel heeft maar ze eigenlijk nooit draait. Beck is cool, zijn muziek is vrolijk, sloppy en stiekem óók op Guero wel goed, maar dat is het dan ook wel. En dus kun je zeggen, wat is "wel goed" dan waard?

*Chad VanGaalen - Infiniheart
Noem een band, ik schrijf een recensie waarin ik Merry Pierce verwerk zodat ik nog 'n keer kan zeggen dat het de beste "band" van Nederland is. Mister VanGaalen maakt het me makkelijk, hij werkte namelijk 10 jaar op zijn slaapkamer aan nummers, bovendien tapt ook hij uit allerlei bekende vaatjes. Een ultieme hometaper dus en waar doet dat ons aan denken? Juist. Infiniheart is een hele sympathieke (tsja) plaat. Vernieuwend, mijn reet, maar die combinatie van gitaren, ruis, electronica en hoge vocalen, het werkt altijd. Ik roep altijd maar dat een plaat maximaal 45 minuten mag zijn, ik maak echter een uitzondering voor dit soort lo-fi figuren die de mensen waard voor hun geld willen geven. 64 minuten VanGaalen is prima te verteren. Al meen ik dat mijn mp3 versie 3 nummers meer bevat, dan wat er op de site van label Sub Pop wordt aangeboden. Laat daarbij nou net een van de absolute hoogtepunten zitten, een melancholisch syncopisch nummer genaamd Human Totem. Zul je altijd zien.

*Iron & Wine - In The Reins
Een geslaagde combinatie, maar dat weet iedereen inmiddels wel die wel eens een recensie leest. Houd ik het maar bij de treffende overeenkomst die ik hoorde met Liquid Skin van het Britse Gomez. Liquid Skin is sowieso een onderschatte plaat die eeuwig in mijn onderbewuste verblijft.

*David Gray - Life In Slow Motion
Het heeft toch altijd iets irritants als je jezelf betrapt op het afschrijven van een artiest zodra je Norah Jones-achtige reclamespotjes voor diens nieuwe plaat op de radio begint te horen. Helaas (nog irritanter eigenlijk) bedriegen de voortekenen niet. David Gray heeft zijn huiskamer ingeruild voor een fijne studio, maar een nummer als The One I Love had zo op The Rising van Springsteen gekund. Dat is dus heel erg pijnlijk. Het begint nochtans wel ok met Alibi wat het hoge budget uitstekend uitbuit, daarna blijven de klappers echter uit.

*Alamo Race Track - Birds At Home
*Stephen Malkmus - Pig Lib
*The Long Winters - When I Pretend To Fall
*Afel Boucoum, Damon Albarn, Tolimane Diabate and friends - Mali Music
Toevallig had ik het vorige week nog over The Long Winters. Deze week kom ik voor het kopen van wat matige platen voor mijn zusjes verjaardag in de Free Record Shop. Zie ik nu ineens wel de 5 voor 15 bak. Mooi. Na 20 minuten graaien kan ik voor 'n habbekrats wat kopietjes vervangen voor the real deal. En we hebben het hier wel over de nummer 1 en nummer 6 platen van 2003, respectievelijk Malkmus en The Long Winters. Mali Music is ook niet verkeerd want was de gedeelde nummer 5 van 2002. De 5e plaats moest dit gelegenheidsproject delen met Salif Keita. Tenslotte ook een Afrikaan, die kunnen makkelijk samen op 1 plek in zo'n jaarlijstje. (....)
De 5e cd (voor hele scherpe mensen) was overigens de debuutplaat van een eendagsvlieg op een fietsje met een Beethoven-sample in zijn hitje. Niet voor mijn oren bestemd, natuurlijk.
Alamo Race Track is de enige plaat van de 4 die ik nog niet kende. Het album drijft voornamelijk op sfeer. Het klinkt als een dissonante Daryll-Ann. Wel aardig.

donderdag, september 22, 2005

Jandekdag: #0770

Jandek heeft op I Threw You Away zijn gitaar weer afgestoft. Dat werd tijd. Op de Jandek mailinglist houdt men zich graag bezig met peinzen over de vraag in welk volgorde Jandek zijn oeuvre heeft opgenomen. Het zou natuurlijk zomaar kunnen dat Jandek allereerst de opnamen uit de "middle period" met zijn medemuzikanten maakt. En pas daarna het eerder verschenen solo-werk. Daar zou ik zelf nou nooit opkomen, ik nam tot voor kort altijd aan dat alles braaf in volgorde van opname is uitgebracht.
Je kunt het zo gecompliceerd maken als je wil, maar New Town bijvoorbeeld lijkt inderdaad wel een erg oude opname. Dat nummer heeft dus niet voor niks die gouden oude kwaliteit. Het meest voor de hand liggend is dat Jandek een hoop muziek had liggen, die jarenlang in een gestaag tempo heeft uitgegeven.
En toen was het op.
Op dat moment maakt hij wat a capella platen, waarop je hoort dat zijn stem ouder is geworden. Ik zou bijna denken dat hij die a capella platen heeft gemaakt om wat tijd te winnen. Tijd om weer aan zijn gitaarspel te schaven, of iets dergelijks.
Uiteindelijk is het in 2002 tijd voor I Threw You Away. We horen nu een oude(re) Jandek met het redelijk hi-fi gitaargeluid wat bij deze eeuw past. 5 nummers tussen de 7 en 12 minuten. Totale speeltijd: 49 minuten. Van tokkelen is geen sprake, het is allemaal slaggitaarwerk. De nadruk ligt op de monotone onderste snaren: dooemmmm, doemmm. In de beste gevallen krijgt het iets bezwerends als een duister ritueel. Er is jammer genoeg geen eenzame trom die dreigend opklinkt uit de spelonken van de aarde.
Jandek zelf wekt de indruk in een weerwolf te zijn verandert. Ik heb hem zelden zo horen janken. De teksten zijn even duister als altijd en liggen (chrono-logisch) in de lijn van het a capella werk. Een beetje te simpel naar mijn smaak.

Inside I’m a zombie
Outside I’m unknown
Black, black, black, black
That rotten stinking flesh
Maybe you can’t see it
But I know it’s for real
My blues have turned black
I forgot how to feel
My blues have turned black
I’m gone, I can’t come back

Conclusie is dat we bij dit zoveelste nieuwe begin spijtig genoeg geen nummers aantreffen die op de Best Of kunnen.

dinsdag, september 20, 2005

De Week (van 20-09-05)

*Pernice Brothers - Discover A Lovelier You
Ik heb deze week een wagonlading nieuwe releases beluisterd en zoals gewoonlijk halen we voor 80% ervan onze schouders op. (Die bespreek ik hier dan ook niet)
De Pernice Brothers leken zich bij de meerderheid te gaan voegen want ze hebben zowel een probleem met het geluid als de kwaliteit. Het geluid is in het begin wat te zompig en later klinken er matige drums uit een doosje en een schelle akoestische gitaar. Ook de gekozen geluidseffecten zijn niet altijd even gelukkig. Pluspuntje is het vleugje Simon & Garfunkel harmonie dat ik ergens ontwaarde. Als ik mijn positieve bril opzet, ik bedoel eigenlijk, na nog wat meer luisterbeurten, hoor ik nu trouwens dat achter de foutjes hele aardige liedjes schuilgaan. Grandaddy in de winter.

*Cocorosie - Noah's Ark
De terugkeer van de Kraakmeisjes. Redelijk geslaagd. La Maison De Mon Rêve was als een toverbal waar de smaak te snel vanaf was. Dit nieuw werkje heeft minder interessante instrumentale miniaturen en is wat meer beat-georienteerd. Opener K-Hole en de titeltrack zijn mijn favorieten. Antony duikt ook nog op, maar na een overkill aan Antony in februari, ben ik kennelijk nog steeds niet klaar om een nieuwe portie van diens stem te verteren.
De plaat lijdt wel heel erg aan het Proxima Estacion Esperanza-syndroom. Veel van de speelgoedgeluidjes waren de vorige plaat namelijk ook al te horen. Tijd om de recycleerwinkel weer eens te bezoeken voor wat "nieuwe" oude casiootjes. Kan meteen de Franse rapper die daar in een kartonnen doos werd aangetroffen ingeruild worden. (Hier recycleer ik zelf een oude grap van eigen hand, maar dat is een te lang verhaal over een voorprogramma van Beef. (Marc Lotz zou zeggen: blablabla)

*Fruit Bats - Spelled In Bones
Favoriet op de lawaaischuwe Silver Mountain. De vergelijking is met The Shins is snel gemaakt. Fruit Bats en The Shins zijn beiden sympathieke bandjes, die net teveel van de Beatles hebben gepikt om mij te bekoren. (Beatles, bwrfgh!)
Blijft de vraag overiend of Spelled In Bones leuker is dan Chutes Too Narrow. Lastig. Chutes Too Narrow heeft een paar tenenkrommende nummers, die ik altijd oversla. Spelled In Bones is over de hele linie goed, maar heeft geen Kissing The Lipless of Pink Bullets. De hulp van IJzeren Rinus is tegenwoordig ook niet meer te vertrouwen dus houden we het op een verdiend gelijkspel.

*Nada Surf - The Weight Is A Gift
Zilbergschen favorieten numero 2 of: Het beste altijd voor het laatst bewaren.
Jammer dat de Europese versie van deze plaat een andere voorkant heeft dan de Amerikaanse uitgave. Op de Amerikaanse cd staan charmante blauwe huizen die een beetje aan het artwork van een van de platen van Josh Rouse doen denken (en vreemd genoeg ook aan Fiep Westendorp en Pluk) Duidelijk mooier in elk geval dan de waaier op de Europese(?) uitgave. (Is dit een typisch geval van: wat je niet hebt is altijd beter?)
Eigenlijk klinkt de plaat ook wel als Josh Rouse, met wat meer electrische gitaren dan. The Long Winters is een andere naam die door mijn hoofd schiet. Die worden trouwens net als Nada Surf uitgegeven door het Barsuk label. Het frisse geluid van de plaat is, niet geheel toevallig, verzorgd door Chris Walla, gitarist en producer van Death Cab For Cutie (Ex-Barsuk).
The Weight Is A Gift is niet zo leuk als When I Pretend To Fall van The Long Winters. Komt door een gebrek aan Twang denk ik. Wel met afstand het fijnste plaatje van de week, met zeker een handvol "hits".

donderdag, september 15, 2005

Jandekdag: #0769

Worthless Recluse is gelukkig het (voorlopig?) laatste a capella werkje. Een geinig kiekje op de voorkant, van een jonge Jandek die voor een boerenschuur staat. De plaat wekt wat minder ergernis dan plaat hiervoor. Dat komt vast omdat de finish, wat betreft het a capella gedeelte, in zicht is. Minieme pluspuntjes zijn de teksten die over het algemeen weer wat surreëler zijn, alsmede het feit dat Jandek wat minder potsierlijk sprechsingt.

I know the sun will come and go again
The moon and stars will shine
Why should I not notice?
I don’t know
Time seems so capsulized
Drifting in an aimless breeze
Like the fallen leaves
Like wood out on the lake
Stop and conduct a symphony
Exercise some real control

dinsdag, september 13, 2005

De Week (van 13-09-05)

*Oliver Mtukudzi - Vhunze Moto
Een compleet willekeurig uit het vakje "Afrika" gegrepen bieb-cd. Mtukudzi blijkt van eerste divisie niveau. Zijn liedjes zijn niet echt goed en een echt authentiek Afrikaans geluid ontbreekt. Vooral de drums klinken te Westers en veel te glad, alsof ze uit een keyboard komen.
De teksten zijn wel leuk, gevuld als ze zijn met van die typisch volkswijsheden. Voorbeeldje: Als een arend naar beneden duikt om een muis te vangen, keert het beest hoe dan ook terug met gevulde klauwen, zelfs als de muis ontsnapt. In dat geval grijpt de woedende arend namelijk willekeurig wat troep van de grond. Les: wees niet zoals de arend en grijp niet alles wat jouw kant op komt, of wat je er maar uit wilt halen.

*Boards Of Canada - The Campfire Headphase
Vorige week luisterde ik de hele week met plezier naar Death Cab For Cutie. Deze week heb ik bijna onafgebroken BoC op mp3 aangehoord. Zonder plezier helaas. Het is een matige plaat geworden. Mijn problemen met de plaat zijn op 2 redenen gebaseerd. Allereerst mist de plaat de duisternis die Geogaddi zo goed maakte. Dit had nog prima uit kunnen pakken als de plaat bijna pop-achtige hits had gekend zoals die op In a Beautiful Place Out In The Country EP stonden: hun beste en meest toegankelijke werkje. Ook die hits ontbreken echter. Zo zijn er spijtig genoeg geen gevocoderde teksten. Sterker ik geloof niet dat er ergens een stem zit, die iets verstaanbaars zegt. De plaat is, door het ontbreken van menselijke sfeer of duisternis een beetje te licht naar mijn smaak. Bij tijd en wijle klinkt het zelfs alsof Air de mannen van BoC geïnspireerd heeft. De simpele drums in bijvoorbeeld Sattelite Anthem Icarus klinken even futloos en loungy. Het is misschien paradoxaal maar deze plaat is tegelijkertijd pop en toegankelijk en heeft aan de andere kant geen echt goede hits.
Wel amusant is het feit dat met de introductie van gitaren Boards of Canada nu echt wat weg begint te hebben van mijn eigen muziek. Zeker Hey Saturday Sun heeft een lo-fi Multi-Panel gitaar overgoten met die welbekende Boards of Canada-sound.
Al met al is het gewoon meer van hetzelfde en het is gewoon fnuikend dat er niet 1 nummer is wat er voor mij echt uitspringt. Ik bedoel, een lied met de titel '84 Pontiac Dream had zo mooi kúnnen zijn..

*A Love Song For Bobby Long
*The Man Without A Past (Mies Vailla Menneisyyttä)

Een mooi toeval om A Love Song For Bobby Long deze week te zien. De film speelt zich namelijk af in de jazzscene van New Orleans. Zonder dat de film werkelijk over jazz gaat overigens. Ik was niet bijzonder onder de indruk van de film. John Travolta speelt een karakter dat jonger dan hij is en tegelijkertijd is Travolta geschminkt om ouder te lijken. Het wringt allemaal en erg geloofwaardig vind ik 'm niet, als aan lager wal geraakte dronkelap. Scarlett Johansson is ook niet echt geknipt voor een rol als white trash girl. Haar karakter kan nog zo'n hekel aan school hebben, Johannsson maakt vanaf het begint een te wijze/gedistingeerde indruk om daarin echt te overtuigen. De film loopt als het ware langs wat gebeurtenissen die het hele script hadden kunnen vormen, zoals de scholing van drop-out Johannson, door 2 geleerde (niettemin ook) drop-outs, maar slaat dan al weer een andere richting in. Het is duidelijk: De film is lastig samen te vatten, wat dit keer simpelweg de zwakte aantoont.
The Man Without A Past is wel erg leuk. Kleurig en tegelijkertijd grauw en spelend in een lastig te definiëren tijdvak, begint een man zonder geheugen aan een nieuw leven in de sloppen van Helsinki. Een hoop droge humor helpt de ellende vergeten, met figuren die een gemeenschap vormen die en beetje aan Steinbeck's Cannery Row en Sweet Thursday doen denken. Fantastisch om te zien hoe de muziekvereniging van het Leger des Heils door de Man Zonder Naam omgevormd wordt tot een geweldig Rock 'n Roll combo.

donderdag, september 08, 2005

Jandekdag: #0768

Oh nog een a capella plaat... Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz.

Killer cats in the Caribbean
Careless cod slithering in the nets
Green blue yellow red
And the rain and the oil slicks
In the watery parts of the street
And the ice breaking as I walk
Really just testing the strength
Of an ice cold frosty morning
Just goin on a long walk
Nothing new

dinsdag, september 06, 2005

De Week (van 06-09-05)

*Thomas Dybdahl - Stray Dogs
Herkansing voor Dybdahl. Ik heb niet meer nagekeken wat ik een paar maanden terug over dit album schreef, maar het gevoel was overwegend negatief. Welnu, deze week ben ik duidelijk in een milde bui. Ja, het gospelkoor in Honey is vreselijk en de plaat blijft minder dan That Great October Sound. Desondanks valt er genoeg te genieten. Pale Green Eyes bijvoorbeeld is een magistraal nummer om op te weg te dromen, vooral dankzij het zuchtmeisje met een zwaar (Russisch?) accent. Thomas Dybdahls stem heeft eigenlijk wel wat weg van David Sylvian met een vleugje Antony. Op het randje van irritant maar het nodigt ook uit tot meegalmen.
Een ander hoogtepunt is Stay Home dat opgetuigd is met een viool die is gesamplet kon zijn door The Books.
Oh ja, ook wel stoer is dat in het boekje een paar keer doodleuk "thomasdybdahl@hotmail.com" staat. En dat voor een superster in Noorwegen. Ok, het is niet zijn telefoonnummer, maar hij had er evengoed een diplomatiek adres als info@thomasdybdahl.no neer kunnen zetten. Ach, wie weet heeft Microsoft hem gewoon betaald..

*Death Cab For Cutie - Plans
Ik had helemaal niet gemerkt dat er een nieuwe Death Cab For Cutie zat aan te komen. Een aangename verrassing. Niet dat de bron waarvan ik het vernam (Pitchforkmedia) zo enthousiast was. Dat viel echter te verwachten nu de band op een major "zit". Ik zette de plaat op met het duidelijke plan (..) om me niet door die afgenomen indie-factor te laten beinvloeden. Dat lukte in eerste instantie niet. Ik vond het een vlakke plaat waar nummers die zo goed zijn als The New Year of The Sound of Settling ontbreken. Al snel merkte ik evenwel dat ik de plaat bleef opzetten. En nu luister ik al een week bijna uitsluitend naar Plans. Wat is er dan zo goed? Het moet de sympathieke stem van Ben Gibbard zijn, die overigens wat te vadsig is om Death Cab een superhit te bezorgen, constateerde ik ik op de site van MTV USA( surf ernaartoe via Stereo)
Als gezegd de plaat heeft duidelijk iets vlaks, echte hoogtepunten ontbreken. Grootste dieptepunt is de kloterige zeikballad, met Iron & Wine invloeden, getiteld: I Will Follow You Into the Dark. Het beste nummer van de plaat is (pijnlijk genoeg?) het enige nummer dat niet door Gibbard geschreven is. Brothers on a Hotel Bed is van de hand van Chris Walla, die ook voor productie en sfeergeluiden tekende. Duidelijk de man van de plaat dus. Het nummer is opgetuigd met heerlijke flageoletten, repetitieve piano en subtiel drumwerk.
Sfeer daar draait de plaat om en dat is genoeg.

*Fats Domino - 20 Greatest Hits
Toen de manager van Fats wereldkundig maakte dat, eh, Fats nog niet was opgedoken, nadat Katrina over zijn stad New Orleans was geraasd, dacht ik zelf eerst aan een uitstekende pr-stunt. Zeker toen Fats 1 dag later al weer terecht was. Denk aan al de extra airplay (royalties!) en mensen die toch maar weer eens een plaat van Fats uit de kast trekken. Inmiddels heb ik gelezen dat Fats have en goed kwijt schijnt te zijn, dus mijn excuses voor de negatieve gedachtegang.
Ik denk dat er bij iedereen een Fats greatest hits in de kast staat, dus ook bij mijn ouders. Ik had echter nog nooit naar de LP geluisterd. Ik zei het al, ik was in een milde bui, dus ook deze plaat beviel. Superouderwetse (nee, echt?) muziek, vol clichés die ten tijden van de opnamen waarschijnlijk splinternieuw waren. Wat me het meest bevalt is de imperfectie. Blueberry Hill wringt links en rechts en Fats zingt lang niet zo goed als ik altijd had gedacht en verwacht. Een andere favoriet is Walking In New Orleans, een nummer dat, het zal wel mijn verbeelding zijn, enigzins droevig klinkt. 10 hits op kant A en 10 hits op B. Eerlijk is eerlijk, alles achterelkaar is het wat veel.
Wat had die Fats trouwens haast, zeker een afspraakje bij de McDonalds, als die toen al bestonden..

donderdag, september 01, 2005

Jandekdag: #0767

Ze hingen al een tijdje als donkere wolken boven de Jandekdagen te wachten op hun beurt. Ik heb het over de 3 "a capella" platen die Jandek meende te moeten maken. De ultieme abstrahering van zijn sound. Pijnlijk.
Eerst het goede nieuws: ik zie Put My Dream On This Planet zeker als een kanshebber voor mijn top 3 "mooiste Jandek-artwork". Een extreem vage foto, sterk bewogen, waar we Jandek rustig op een divan zien zitten. Alles in goudbruine warme tinten die me aan oude vervlogen in Schotland doen denken. Of anders wel aan een oud café.
3 "nummers" krijgt de luisteraar voor zijn kiezen. 2 extreem lange nummers van dik twintig minuten en een klein epiloogje. Zoals altijd is het begin nog wel aangenaam. Dan heb ik er nog wel zin an. Maar aangezien deze plaat zo extreem, zeg maar rustig extremer dan ooit is, is die zin ook sneller dan ooit om.

I been through your nursery rhyme
I been through your nursery rhyme
I took all your nickels and dimes
But you left me cold
You wouldn’t let me hold
On longer than it took to go
I don’t care if I die
I don’t even care if I’m in a wheelchair
Or in a bed
Unable to move
For all I know
It’s better than what I did today


Tijdens deze regels, de eerste gedachtenspinsels van de plaat, denk ik nog: dit lijkt wel een soort Tom Waits, die veel te lang dronken in je antwoordapparaat mompelt. Misschien moet ik het eens remixen? Maar al snel begint het geweeklaag van Jandek op mijn zenuwen te werken. In het eerste nummer blijft hij maar doorgaan in de trant van:

I’m standing
I’m trying to stand
Somehow you push me down
You let me up and have me on a shoulder
Tell me go on go ahead on
And then you push me down
Down


Het 2e nummer is eigenlijk gefundeerd op de "grap" dat Jandek terugkeert naar het thema van zijn eerste plaat Ready For The House.

Let me build my house
For you to come in
Take away this thing
Let me build my house
I’m ready for the house
I’m ready for the house


Helaas begint zijn zangstijl inmiddels verdacht veel te lijken op die van de enige en vrij recente plaat die ik als daadwerkelijk tastbaar exemplaar in mijn bezit heb: A Kingdom He Likes. Dat is niet echt de bedoeling want het aardigste wat ik erover kan zeggen is: cartoonesk. Eigenlijk te lachwekkend voor woorden.
Het slotnummertje neemt slechts 1 minuutje in beslag en de tekst heeft wel iets. (zie hieronder) Dat in tegenstelling tot de wat simpele teksten op het grootste gedeelte van de rest van de plaat. Hij schijnt een groot gedeelte van de teksten al opnnemend, dus "on the fly" te bedenken en dat is dit keer te merken. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de melodieën. Als Jandek een oude indiaan met 3 wasbeertjes als huisdieren was, die met zijn allen door Alan Lomax in een verrotte tipi waren gevonden, dan had dit misschien wel een interessant werkje geweest.

Cold dark and lonely I look round for my shoes
I put them on
I went for a walk
In the snow and ice
So cold