donderdag, juni 30, 2005
dinsdag, juni 28, 2005
De Week (van 28-06-05)
*Colleen - The Golden Morning Breaks
Pas toen ik bij het titelnummer aankwam, realiseerde ik me dat de morgen aanbreekt en dat we het niet over breakbeat samples hebben. Amen! Deze plaat lijdt aan een overdaad aan belletjes. Vooral van de belletjes die achterstevoren klingelen word ik helemaal gek. En dat zegt genoeg, want ik ben the King of Reverse. Het grootste probleem met dit aangename ambientwerkje is echter een gebrek aan compositietalent. Het klinkt allemaal wat te random. Colleen is goed in sfeer en heeft een bibliotheek vol prachtige geluiden en instrumenten. Ze is echter geen groot componist. Ze maakt zulke minimale muziek dat een wat groter componeertalent toch wel een vereiste zou moeten zijn. Opvallend is dat ze tegen het einde van de plaat wat postrockregionen opzoekt. Zonder de rock natuurlijk, maar wel eenzelfde soort melodieën. Maar ook van die nummers ben ik niet helemaal overtuigd.
*Jazz - Jazzadelic 4
Een tijd terug trad ik toe tot een OOR-lezerspanel resulterend in een abonnement op "de" Jazz. Ik grapte toen al dat het jammer is dat de Playboy niet bij de NTG zit, maar ik heb buiten de waard gerekend. Jazz komt met een topless pin-up op de voorkant en nog wat meer halfnaakte dames binnenin. Wel tragisch dat de hele naaktreportage niets met Jazz te maken heeft: het is gewoon reclame voor een kleding(!)merk. En dat gun je dan de voorkant? Hebben ze zeker heel wat pecunia voor gevangen. Sowieso aardig gevuld met advertenties dit blad. Terwijl het niveau van de artikelen een stuk lager ligt dan de OOR. Hilarisch hoogtepunt: Daniel Lanois wordt in de beschrijving van de gratis (zie mij.. gratis haha..) cd (Jazzadelic, dus) verward met Daniel Lohues. Daniel Lohues goes Jazz! Haha! Ander voorbeeldje: alle cd's krijgen minstens 3 sterren in de recensie-rubriek.. Het beste in Jazz zijn de artikelen over classic artiesten die wat in de vergetelheid zijn geraakt, zoals the Four Freshmen en Dinah Washington. (Ik bedoel dat ik ze nog niet kende)
Dat bijgevoegde cd'tje is trouwens erg aardig. Heb ik eindelijk een nummer van Mist gehoord. En dat bevalt. Mist = Bauer zonder de kekke synths, maar zeker zo goed. (Als we het adagium "je bent zo goed als je laatste plaat" in acht nemen)
*South San Gabriel - The Carlton Chronicles
Een kleine comeback dankzij Stubru's Duyster. Feel Too Young to Die is inderdaad een magistraal nummer. Net als The Dark of Garage trouwens. De plaat in een keer luisteren is en blijft een hele opgave, maar de nummers afzonderlijk zijn fijn tot goed. (zeker de 2e helft)
Pas toen ik bij het titelnummer aankwam, realiseerde ik me dat de morgen aanbreekt en dat we het niet over breakbeat samples hebben. Amen! Deze plaat lijdt aan een overdaad aan belletjes. Vooral van de belletjes die achterstevoren klingelen word ik helemaal gek. En dat zegt genoeg, want ik ben the King of Reverse. Het grootste probleem met dit aangename ambientwerkje is echter een gebrek aan compositietalent. Het klinkt allemaal wat te random. Colleen is goed in sfeer en heeft een bibliotheek vol prachtige geluiden en instrumenten. Ze is echter geen groot componist. Ze maakt zulke minimale muziek dat een wat groter componeertalent toch wel een vereiste zou moeten zijn. Opvallend is dat ze tegen het einde van de plaat wat postrockregionen opzoekt. Zonder de rock natuurlijk, maar wel eenzelfde soort melodieën. Maar ook van die nummers ben ik niet helemaal overtuigd.
*Jazz - Jazzadelic 4
Een tijd terug trad ik toe tot een OOR-lezerspanel resulterend in een abonnement op "de" Jazz. Ik grapte toen al dat het jammer is dat de Playboy niet bij de NTG zit, maar ik heb buiten de waard gerekend. Jazz komt met een topless pin-up op de voorkant en nog wat meer halfnaakte dames binnenin. Wel tragisch dat de hele naaktreportage niets met Jazz te maken heeft: het is gewoon reclame voor een kleding(!)merk. En dat gun je dan de voorkant? Hebben ze zeker heel wat pecunia voor gevangen. Sowieso aardig gevuld met advertenties dit blad. Terwijl het niveau van de artikelen een stuk lager ligt dan de OOR. Hilarisch hoogtepunt: Daniel Lanois wordt in de beschrijving van de gratis (zie mij.. gratis haha..) cd (Jazzadelic, dus) verward met Daniel Lohues. Daniel Lohues goes Jazz! Haha! Ander voorbeeldje: alle cd's krijgen minstens 3 sterren in de recensie-rubriek.. Het beste in Jazz zijn de artikelen over classic artiesten die wat in de vergetelheid zijn geraakt, zoals the Four Freshmen en Dinah Washington. (Ik bedoel dat ik ze nog niet kende)
Dat bijgevoegde cd'tje is trouwens erg aardig. Heb ik eindelijk een nummer van Mist gehoord. En dat bevalt. Mist = Bauer zonder de kekke synths, maar zeker zo goed. (Als we het adagium "je bent zo goed als je laatste plaat" in acht nemen)
*South San Gabriel - The Carlton Chronicles
Een kleine comeback dankzij Stubru's Duyster. Feel Too Young to Die is inderdaad een magistraal nummer. Net als The Dark of Garage trouwens. De plaat in een keer luisteren is en blijft een hele opgave, maar de nummers afzonderlijk zijn fijn tot goed. (zeker de 2e helft)
vrijdag, juni 24, 2005
Jandekdag: #0760
Jandek is niet echt een artiest die je in de zomer met de ramen wijd open draait. Terwijl zijn muziek toch zompig kan zijn als een warme dag in Houston, Texas. Een vrolijke zomerhit zit er evenwel echt niet in. Op deze plaat keert hij terug naar zijn akoestische stiel. Twelfth Apostle heet het werkje. De frontcover behoort tot de mooiste in het oeuvre. We zien hierop een boom en een wit huis, het huis is rommelig maar mooi. Een foto gemaakt op een stralendblauwe dag. Als gezegd, akoestische stiel dus. Dit is een erg helder geproduceerde plaat, het wordt pas lo-fi en "muddy" als op plaatkant 2, wanneer er een hoop echo in het spel komt. De gitaar wordt dan een stuiterbal, erg desorienterend. Jandek stampt met zijn voet terwijl hij de mafste akkoorden aanslaat. Een probleem met een groot gedeelte van Jandek's oevre, en ook nu, is dat de momenten dat de muziek me raakt nooit op dezelfde momenten zitten. De "random" noten vallen soms op de juiste plaats en soms ook niet. Alleen van zijn allerbeste nummers kun je zeggen: dit nummer is, wanneer ik het ook hoor, goed. Zulke nummers ontbreken op deze plaat. Het einde van Native Land komt nog het meest in de buurt:
I lost my glasses and it’s time to run
Into summer setting sun
The native land is revolution
It’s got my Mississippi attention
When you’re all white are you all black
I’m all green and she’s all purple
Het werd tijd dat hij weer akoestisch ging, maar het grote voordeel van de meer eclectische platen is dat ze minder snel vervelen. De akoestische platen van Jandek zijn vaak de eerste 10-20 minuten aangenaam, daarna begint de immer stug volgehouden stemming ergernis op te wekken. Een en ander heeft ook te maken met welke akkoorden hij speelt. Out in the Rain is de meest begeesterde track op de plaat, de bastonen zijn duister, wat goed samengaat met de tekst en zelfs de zanglijn klinkt bijzonder geïnspireerd.
And a high brochure, you can be sure
Of a foreign land out in the sand
Down by the way of a sunshine ray
Yes you can live but you can’t tell
The fortune of our blinding love
It’s in the skies you know
Where you must go
Er is trouwens ook een nummer dat.. tromgeroffel.. The Gone Wait heet. Een songtitel die later ook nog een plaattitel zou worden. (Zoals gebruikelijk..) Moeilijk om iets over dat nummer te zeggen, het lijkt tot de betere van de plaat te behoren, maar misschien is dat wel meer een wens dan de waarheid.
Now I got time to wait awhile
Before I walk that faithful mile
And so I sit beside a window
So I can see which way the winds blow
It’s a promised land you hold in your hand
Deze plaat heeft, de teksten uitgezonderd, helaas iets gemakzuchtigs over zich. De grenzen zijn bereikt. Dit zijn de lijntjes waartussen Jandek kleurt en dit keer lijkt hij niet hard genoeg zijn best te doen om binnen die lijntjes nog te verrassen. Verontrustend. Als de hele 2e helft van zijn oeuvre aan dit manco zou gaan lijden, zou dit wel eens een lijdensweg kunnen worden.
I lost my glasses and it’s time to run
Into summer setting sun
The native land is revolution
It’s got my Mississippi attention
When you’re all white are you all black
I’m all green and she’s all purple
Het werd tijd dat hij weer akoestisch ging, maar het grote voordeel van de meer eclectische platen is dat ze minder snel vervelen. De akoestische platen van Jandek zijn vaak de eerste 10-20 minuten aangenaam, daarna begint de immer stug volgehouden stemming ergernis op te wekken. Een en ander heeft ook te maken met welke akkoorden hij speelt. Out in the Rain is de meest begeesterde track op de plaat, de bastonen zijn duister, wat goed samengaat met de tekst en zelfs de zanglijn klinkt bijzonder geïnspireerd.
And a high brochure, you can be sure
Of a foreign land out in the sand
Down by the way of a sunshine ray
Yes you can live but you can’t tell
The fortune of our blinding love
It’s in the skies you know
Where you must go
Er is trouwens ook een nummer dat.. tromgeroffel.. The Gone Wait heet. Een songtitel die later ook nog een plaattitel zou worden. (Zoals gebruikelijk..) Moeilijk om iets over dat nummer te zeggen, het lijkt tot de betere van de plaat te behoren, maar misschien is dat wel meer een wens dan de waarheid.
Now I got time to wait awhile
Before I walk that faithful mile
And so I sit beside a window
So I can see which way the winds blow
It’s a promised land you hold in your hand
Deze plaat heeft, de teksten uitgezonderd, helaas iets gemakzuchtigs over zich. De grenzen zijn bereikt. Dit zijn de lijntjes waartussen Jandek kleurt en dit keer lijkt hij niet hard genoeg zijn best te doen om binnen die lijntjes nog te verrassen. Verontrustend. Als de hele 2e helft van zijn oeuvre aan dit manco zou gaan lijden, zou dit wel eens een lijdensweg kunnen worden.
woensdag, juni 22, 2005
De Week (van 21-06-05)
*The Frames - Burn The Maps
De vaste bezoeker zal het wel weten: de eerste plaat is altijd de cd die ik uit de bieb heb gehaald. De afgelopen maanden is het enthousiasme van die jarenlange hobby wat verdwenen. Allemaal dankzij die vermaledijde mp3's. Vroegah was een nieuwe plaat nog wel eens in de bieb vòòr ik 'm op mp3 te pakken had. Dit komt nu eigenlijk nooit meer voor. Waar ik het nu van moet hebben zijn oldies van niet zo soulseekbare artiesten, David Sylvian en Van Morrison, bijvoorbeeld. Of nieuwe platen die ik toevallig vergeten ben.
The Frames had ik ook allang binnen. Het is een redelijke plaat maar ze rocken te hard voor me. Ik ben echt een softie geworden, geloof ik.
*Lost in Translation OST & Film
Nu heeft echt iedereen die film gezien. Aangezien ik de allerlaatste ben heb ik geen zin om er echt over uit te wijden. Het is een hele aardige film. Scarlet is mooi en Bill speelt goed, maar om nou te zeggen dat de film me echt hard raakte. Neen. Daarvoor zijn misschien de grappen wat te flauw in een verder juist serieuze film. Na de film vroeg me af hoe een Japanner zou kijken naar deze film. Daar kwam ik snel achter door wat te googlen en wat verontwaardigde (racisme!) Japanners tegen kwam. Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Ik heb van die verontwaardiging verder geen last en kon genieten van de prachtige beelden en de mooie muziek. Misschien heffen die prachtige beelden van Japan de anti-Jap-grappen-laag wel wat op. Een heel andere gedachte die in me opkwam had te maken met Kevin Shields. Ergens loopt tussen carrières van muzikanten een breuk. Aan de ene kant van de breuk blijf je de rest van je leven sappelen en leef je van een uitkering of bijbaantje en aan de andere kant heb je ´t gemaakt en hoef je nooit meer iets te doen. Ik neem aan dat Shields aan de goede kant van de breuk zit. Toch blijf ik dat moeilijk voorstelbaar vinden. Hoe groot is My Bloody Valentine nu eigenlijk geweest? Ik heb Loveless niet in mijn bezit. Zou Shields kunnen leven van airplay royalties en de gestage verkoop van zijn kleine oeuvre*? Zou hij in een villa wonen of in een rijtjeshuis? Dat lijkt me mooi. Kevin Shields in een rijtjeshuis. Buren komen en gaan en ooit komt er een gezin met een buurjongen die hem herkent. Wow, denkt die jongen. En elke keer als hij Kevin Shields zachtjes gitaar hoort spelen belt hij zijn vrienden en houdt zijn telefoon bij de muur. Luister!
*Overigens een geweldige zet natuurlijk. Stoppen op je hoogtepunt. Bij sport heeft het verval van een kampioen nog iets moois. Bovendien zou je bij sport het gevoel krijgen dat als iemand er meteen na een glorieuze overwinning ermee kapte, zeker bij wielrennen, er dus doping in het spel was. Bij muziek is het echter een meesterzet. Voor eeuwig blijft Shields nu op dat topniveau hangen. Tenzij zijn geld opraakt en hij uit arrenmoede nog eens een echt MBV album maakt.
De vaste bezoeker zal het wel weten: de eerste plaat is altijd de cd die ik uit de bieb heb gehaald. De afgelopen maanden is het enthousiasme van die jarenlange hobby wat verdwenen. Allemaal dankzij die vermaledijde mp3's. Vroegah was een nieuwe plaat nog wel eens in de bieb vòòr ik 'm op mp3 te pakken had. Dit komt nu eigenlijk nooit meer voor. Waar ik het nu van moet hebben zijn oldies van niet zo soulseekbare artiesten, David Sylvian en Van Morrison, bijvoorbeeld. Of nieuwe platen die ik toevallig vergeten ben.
The Frames had ik ook allang binnen. Het is een redelijke plaat maar ze rocken te hard voor me. Ik ben echt een softie geworden, geloof ik.
*Lost in Translation OST & Film
Nu heeft echt iedereen die film gezien. Aangezien ik de allerlaatste ben heb ik geen zin om er echt over uit te wijden. Het is een hele aardige film. Scarlet is mooi en Bill speelt goed, maar om nou te zeggen dat de film me echt hard raakte. Neen. Daarvoor zijn misschien de grappen wat te flauw in een verder juist serieuze film. Na de film vroeg me af hoe een Japanner zou kijken naar deze film. Daar kwam ik snel achter door wat te googlen en wat verontwaardigde (racisme!) Japanners tegen kwam. Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Ik heb van die verontwaardiging verder geen last en kon genieten van de prachtige beelden en de mooie muziek. Misschien heffen die prachtige beelden van Japan de anti-Jap-grappen-laag wel wat op. Een heel andere gedachte die in me opkwam had te maken met Kevin Shields. Ergens loopt tussen carrières van muzikanten een breuk. Aan de ene kant van de breuk blijf je de rest van je leven sappelen en leef je van een uitkering of bijbaantje en aan de andere kant heb je ´t gemaakt en hoef je nooit meer iets te doen. Ik neem aan dat Shields aan de goede kant van de breuk zit. Toch blijf ik dat moeilijk voorstelbaar vinden. Hoe groot is My Bloody Valentine nu eigenlijk geweest? Ik heb Loveless niet in mijn bezit. Zou Shields kunnen leven van airplay royalties en de gestage verkoop van zijn kleine oeuvre*? Zou hij in een villa wonen of in een rijtjeshuis? Dat lijkt me mooi. Kevin Shields in een rijtjeshuis. Buren komen en gaan en ooit komt er een gezin met een buurjongen die hem herkent. Wow, denkt die jongen. En elke keer als hij Kevin Shields zachtjes gitaar hoort spelen belt hij zijn vrienden en houdt zijn telefoon bij de muur. Luister!
*Overigens een geweldige zet natuurlijk. Stoppen op je hoogtepunt. Bij sport heeft het verval van een kampioen nog iets moois. Bovendien zou je bij sport het gevoel krijgen dat als iemand er meteen na een glorieuze overwinning ermee kapte, zeker bij wielrennen, er dus doping in het spel was. Bij muziek is het echter een meesterzet. Voor eeuwig blijft Shields nu op dat topniveau hangen. Tenzij zijn geld opraakt en hij uit arrenmoede nog eens een echt MBV album maakt.
donderdag, juni 16, 2005
Jandekdag: #0759
Met Lost Cause sluiten we dan eindelijk de "middle period" af. Iets wat lijkt te worden aangekondigd in het eerste en beste nummer van de plaat, Green and Yellow:
I sail the seven seas to sing about it
This one’s dark and dangerous as you know
I sing about it as the ones before
But the next one oh my lover will be lonely
De plaat valt als het ware in 3 delen uiteen. Oplopend wordt het gekker en slechter. We beginnen met 5 gitaarsongs, die allemaal erg veel "lucht" bevatten. Akkoorden en samenklanken worden geplukt en sterven weer weg. Ook maakt de gitarist veel gebruik van ritmisch spel, waarbij hij geen akkoord aanslaat. Funky, zou je kunnen zeggen. Gaandeweg verschuiven we van de minimalistische miniatuurtjes naar de blues. In het korte Cellar duikt die arme dooie Lil' Randy weer op. Crack a Smile is een bijzonder geval. Dit nummer wordt door de zanger van Wilco gecoverd op die beruchte al eerder genoemde tribute-plaat. Aangezien ik toen dus eerst de cover hoorde en nu pas geconfronteerd wordt met het origineel, is dit een erg vreemde situatie. Jandek lijkt nu namelijk niet de juiste melodie te zingen. Hij zingt overal naast. Zoals altijd. Maar nu wringt het erger dan ooit. De akkoorden zijn wel hetzelfde, dus complimenten voor "Eddy", die bewijst dat Tweedy niet alles zelf bedacht. Na een paar luisterbeurten bevalt uiteindelijk ook de versie van Jandek. Zonder drums, zonder het popgevoel maar met nog meer emotie.
Don’t let your fortune fail you
I can be your heart
To be the weight on
A word from the
Report to your bone
Crack a face made of ice
Crack a black body
Don’t let your fortune fail you
Crack a smile
Deel 2 duurt slechts 6 minuten. 2 stekelige atonale akoestische herriesongs waar ik niks over ga zeggen. Duidelijk het type nummers die, als je je best doet, wel in mooie woorden zijn te vatten, maar wat je oren nooit mooi gaan vinden.
Tot slot: deel 3: slechts één song van bijna 20 minuten! In de Jandek docu vertelde een echte Dekkie dat hij dacht dat Jandek "het" na deze song voor gezien zou houden. 20 minuten pure noise met niet nader thuis te brengen distorted vogelgeluiden en onverstaanbaar gekrijs. Zelfs shakers (van die eitjes) worden erbij gehaald. Ik denk dat de muzikanten oordopjes in hadden toen ze dit speelden..
The Electric End, maar we gaan gewoon door!
I sail the seven seas to sing about it
This one’s dark and dangerous as you know
I sing about it as the ones before
But the next one oh my lover will be lonely
De plaat valt als het ware in 3 delen uiteen. Oplopend wordt het gekker en slechter. We beginnen met 5 gitaarsongs, die allemaal erg veel "lucht" bevatten. Akkoorden en samenklanken worden geplukt en sterven weer weg. Ook maakt de gitarist veel gebruik van ritmisch spel, waarbij hij geen akkoord aanslaat. Funky, zou je kunnen zeggen. Gaandeweg verschuiven we van de minimalistische miniatuurtjes naar de blues. In het korte Cellar duikt die arme dooie Lil' Randy weer op. Crack a Smile is een bijzonder geval. Dit nummer wordt door de zanger van Wilco gecoverd op die beruchte al eerder genoemde tribute-plaat. Aangezien ik toen dus eerst de cover hoorde en nu pas geconfronteerd wordt met het origineel, is dit een erg vreemde situatie. Jandek lijkt nu namelijk niet de juiste melodie te zingen. Hij zingt overal naast. Zoals altijd. Maar nu wringt het erger dan ooit. De akkoorden zijn wel hetzelfde, dus complimenten voor "Eddy", die bewijst dat Tweedy niet alles zelf bedacht. Na een paar luisterbeurten bevalt uiteindelijk ook de versie van Jandek. Zonder drums, zonder het popgevoel maar met nog meer emotie.
Don’t let your fortune fail you
I can be your heart
To be the weight on
A word from the
Report to your bone
Crack a face made of ice
Crack a black body
Don’t let your fortune fail you
Crack a smile
Deel 2 duurt slechts 6 minuten. 2 stekelige atonale akoestische herriesongs waar ik niks over ga zeggen. Duidelijk het type nummers die, als je je best doet, wel in mooie woorden zijn te vatten, maar wat je oren nooit mooi gaan vinden.
Tot slot: deel 3: slechts één song van bijna 20 minuten! In de Jandek docu vertelde een echte Dekkie dat hij dacht dat Jandek "het" na deze song voor gezien zou houden. 20 minuten pure noise met niet nader thuis te brengen distorted vogelgeluiden en onverstaanbaar gekrijs. Zelfs shakers (van die eitjes) worden erbij gehaald. Ik denk dat de muzikanten oordopjes in hadden toen ze dit speelden..
The Electric End, maar we gaan gewoon door!
dinsdag, juni 14, 2005
De Week (van 14-06-05)
*New Order - Waiting for the Sirens' Call
Ach, het is en blijft slappe soep, ook op cd. Zelfs Krafty kan me niet meer bekoren, ik verveel me elke keer halverwege het nummer alweer.
*F.S. Blumm - Zweite Meer
Dit werkje klinkt alsof Blumm heeft bedacht maar eens een nieuwe soundtrack voor Eternal Sunhine on the Spotless Mind te schrijven. Ik hoor er in elk geval de hele tijd de soundtrack van Jon Brion in terug. Toch de leukste plaat van de week, want het is met stijl gemaakte muzak. Mooie warme geluiden. Misschien hadden er net wat meer up-tempo dingetjes op moeten staan om een zekere eentonigheid te vermijden.
*Art Brut - Bang Bang Rock and Roll
*Common - Be
*The Coral - The Invisible Invasion
*Roisin Murphy - Ruby Blue
*Nile - Annihilation of the Wicked
*Turin Brakes - Jackinabox
Ja het was weer eens een extensief luisterweekje. Lekker plaatjes afserveren. De ideale hobby bij chagrijn. Niet echt stijlvol van mijn kant, maar goed. Van dit waanzinnige rijtje komen hier wat bevindingen. Common & Roisin Murphy vielen, na al die juichrecensies, verschrikkelijk tegen. Vooral de beats op die Common plaat: wat een drama. Wat betreft Murphy houd ik een slag om de arm. Wie weet zit er ergens in die plaat nog een restje funk verstopt, wat meerdere luisterbeurten nodig heeft om gevonden te worden. Probleem is dat ik die extra luisterbeurten waarschijnlijk niet ga geven.
Van Turin Brakes vroeg ik me af waarom ik dit nog beluisterde. Puur uit gewoonte omdat je 1 plaat van die gasten in de kast hebt staan? Tragisch.
Art Brut en The Coral komen wel met leuke plaatjes. Emily Kane deed me terugdenken aan mijn eigen vriendinnetje van bijna 10 jaar terug, Google gaf 0(!) hits op haar naam. Tragisch part deux. Ook leuk om mee te bassen trouwens, dat Emily Kane.
The Coral blijven goed in vrolijke deuntjes.
Even zien wat blijft er nog over.. Oh ja Nile. Ik heb niks met deathmetal, maar aangezien deze metalplaat op oude Arabische muziek scheen te zijn gebaseerd moest ik 'm toch even horen. Welnu de Arabische invloeden blijven wat aan de oppervlakte helaas. (Bij herbestudering van de Oor-recensie werd dat ook wel vermeld) Toch jammer. Het leek me wel een waanzinnig gave combinatie: deathmetal met allerlei Arabische instrumenten die keihard soleren over Arabische toonladders, etc. etc.
Ach, het is en blijft slappe soep, ook op cd. Zelfs Krafty kan me niet meer bekoren, ik verveel me elke keer halverwege het nummer alweer.
*F.S. Blumm - Zweite Meer
Dit werkje klinkt alsof Blumm heeft bedacht maar eens een nieuwe soundtrack voor Eternal Sunhine on the Spotless Mind te schrijven. Ik hoor er in elk geval de hele tijd de soundtrack van Jon Brion in terug. Toch de leukste plaat van de week, want het is met stijl gemaakte muzak. Mooie warme geluiden. Misschien hadden er net wat meer up-tempo dingetjes op moeten staan om een zekere eentonigheid te vermijden.
*Art Brut - Bang Bang Rock and Roll
*Common - Be
*The Coral - The Invisible Invasion
*Roisin Murphy - Ruby Blue
*Nile - Annihilation of the Wicked
*Turin Brakes - Jackinabox
Ja het was weer eens een extensief luisterweekje. Lekker plaatjes afserveren. De ideale hobby bij chagrijn. Niet echt stijlvol van mijn kant, maar goed. Van dit waanzinnige rijtje komen hier wat bevindingen. Common & Roisin Murphy vielen, na al die juichrecensies, verschrikkelijk tegen. Vooral de beats op die Common plaat: wat een drama. Wat betreft Murphy houd ik een slag om de arm. Wie weet zit er ergens in die plaat nog een restje funk verstopt, wat meerdere luisterbeurten nodig heeft om gevonden te worden. Probleem is dat ik die extra luisterbeurten waarschijnlijk niet ga geven.
Van Turin Brakes vroeg ik me af waarom ik dit nog beluisterde. Puur uit gewoonte omdat je 1 plaat van die gasten in de kast hebt staan? Tragisch.
Art Brut en The Coral komen wel met leuke plaatjes. Emily Kane deed me terugdenken aan mijn eigen vriendinnetje van bijna 10 jaar terug, Google gaf 0(!) hits op haar naam. Tragisch part deux. Ook leuk om mee te bassen trouwens, dat Emily Kane.
The Coral blijven goed in vrolijke deuntjes.
Even zien wat blijft er nog over.. Oh ja Nile. Ik heb niks met deathmetal, maar aangezien deze metalplaat op oude Arabische muziek scheen te zijn gebaseerd moest ik 'm toch even horen. Welnu de Arabische invloeden blijven wat aan de oppervlakte helaas. (Bij herbestudering van de Oor-recensie werd dat ook wel vermeld) Toch jammer. Het leek me wel een waanzinnig gave combinatie: deathmetal met allerlei Arabische instrumenten die keihard soleren over Arabische toonladders, etc. etc.
donderdag, juni 09, 2005
Jandekdag: #0758
One Foot in the North. Een plaat vol krassen. De mp3's zijn duidelijk van vinyl geript, iets wat je zelden hoort. Maar ook de muziek is krasserig. Op kant 1 van de plaat heeft de muziek iets anoniems, de muziek dringt zich niet op. Het electrische gitaargeluid krast wel, maar snijdt niet. Kaal, schel en zacht. Jandek zingt voor het eerst in tijden ook weer bijzonder onduidelijk. Onverstaanbare mompelzang. Luisterend naar de eerste 4 nummers van deze plaat kreeg ik echt het gevoel dat ik naar zo'n LP-als-ansichtkaart zit te luisteren die DJ Shadow verzamelde op zijn laatste reguliere album The Private Press. Eigenlijk is dat precies wat Jandek ook doet. Zeer persoonlijke persingen uitbrengen. De geluidskwaliteit is brak als zo'n stokoude lp. De teksten lijken puur op een innerlijk universum gericht waar geen touw aan vast is te knoppen en ik zie een man voor me, beschonken, met een oude ongestemde gitaar in zo'n opnamehokje.
Gonna set my alarm
I wanna bring it home to you
You’re mine tomorrow You’re mine today
Drivin’ a car, it’s a Cadillac
And got some praise today
Oh down there you know you lied to me
Na die eerste 4 nummers die alleen maar electrische gitaar + vocaal waren, doet er een drummer mee. Het blijft allemaal extreem lo-fi, onbeluisterbaar en rommelig. Niks dringt zich op de voorgrond, enkel Massa. Dit verandert ineens radicaal op het slotnummer van plaatkant 1, ineens is daar een simpele, normale bluesriff, die volledig in your face is opgenomen.
I got the alehouse blues
I had the jailhouse blues
Little Randy just died
[...]
Somebody called me a liar
At the two-bit bar
It was Randy, won that fight
And the cops pulled round
He didn’t want to be found
He just said good bye
Ook op dit nummer valt nog wel wat aan te merken. Het is allemaal wel erg standaard. Op de vorige 10 platen, of iets dergelijks, hebben we ook al deze gesoleer-blues gehoord. Bovendien lijken Jandek's vocalen, terug te grijpen op zijn allervroegste werk, eenzelfde soort melodielijnen, zonder dat dit echt goed mixt met deze "nieuwe" electrische stijl. Als ik deze LP in het echt had gehad, en voor het eerst zou luisteren zal de verbazing na de barslechte kant A toch wel enorm zijn geweest. Kant B heeft namelijk een van Jandek's beste nummers, echt werkelijk grand, zoals de titel al voorspelde: Upon the Grandeur. De echo's van dit 8 minuten durende wondernummer horen we terug in de rest van de nummers die nog daarna komen, die, als een echte echo dus, langzaam korter worden en niet zo bijzonder zijn. Maar Upon the Grandeur behoedt de plaat voor de prullenbak, want dit nummer is er echt een voor Jandek's greatest hits. Een fijne gevoelige gitaarmelodie, niet geheel onbekend, maar dat doet er niet toe en Jandek die heel zachtjes "dingen" fluistert op de achtergrond. Het raakt me toch elke keer weer, deze weltschmerz Velvet Underground style.
A letter’s by the door
I leave by dawn today
To find another way
’Til the day I see the light
That brings my fortune here tonight
Gonna set my alarm
I wanna bring it home to you
You’re mine tomorrow You’re mine today
Drivin’ a car, it’s a Cadillac
And got some praise today
Oh down there you know you lied to me
Na die eerste 4 nummers die alleen maar electrische gitaar + vocaal waren, doet er een drummer mee. Het blijft allemaal extreem lo-fi, onbeluisterbaar en rommelig. Niks dringt zich op de voorgrond, enkel Massa. Dit verandert ineens radicaal op het slotnummer van plaatkant 1, ineens is daar een simpele, normale bluesriff, die volledig in your face is opgenomen.
I got the alehouse blues
I had the jailhouse blues
Little Randy just died
[...]
Somebody called me a liar
At the two-bit bar
It was Randy, won that fight
And the cops pulled round
He didn’t want to be found
He just said good bye
Ook op dit nummer valt nog wel wat aan te merken. Het is allemaal wel erg standaard. Op de vorige 10 platen, of iets dergelijks, hebben we ook al deze gesoleer-blues gehoord. Bovendien lijken Jandek's vocalen, terug te grijpen op zijn allervroegste werk, eenzelfde soort melodielijnen, zonder dat dit echt goed mixt met deze "nieuwe" electrische stijl. Als ik deze LP in het echt had gehad, en voor het eerst zou luisteren zal de verbazing na de barslechte kant A toch wel enorm zijn geweest. Kant B heeft namelijk een van Jandek's beste nummers, echt werkelijk grand, zoals de titel al voorspelde: Upon the Grandeur. De echo's van dit 8 minuten durende wondernummer horen we terug in de rest van de nummers die nog daarna komen, die, als een echte echo dus, langzaam korter worden en niet zo bijzonder zijn. Maar Upon the Grandeur behoedt de plaat voor de prullenbak, want dit nummer is er echt een voor Jandek's greatest hits. Een fijne gevoelige gitaarmelodie, niet geheel onbekend, maar dat doet er niet toe en Jandek die heel zachtjes "dingen" fluistert op de achtergrond. Het raakt me toch elke keer weer, deze weltschmerz Velvet Underground style.
A letter’s by the door
I leave by dawn today
To find another way
’Til the day I see the light
That brings my fortune here tonight
dinsdag, juni 07, 2005
De Week (van 07-06-05)
*Lou Reed - Berlin
Collectie klassiekers wat aangevuld..
*Sufjan Stevens - invites you to Come on feel the Illinoise
Al ruim een week is deze plaat binnen. Mooie zaak van Asthmatic Kitty. Razendsnel versturen ze alles voor spotprijsjes. Dit is de plaat waar ik het meest naar uit heb gekeken dit jaar. Gevaarlijk dus. Maandavond twijfelde ik ook of ik de cd op moest zetten. Was ik er helemaal klaar voor? Stond ik er helemaal open voor? Geen negatieve gedachten? Ok, check. Dus ik ging zitten, pakte het boekje erbij en zette de plaat aan.. (nutteloze terzijde: nadat ik daarvoor een uur aan de stickertjes die de plaat sealden had zitten peuteren! Hopeloos!)
En eerlijk is eerlijk, de ultieme test voor een plaat is zo'n eerste luisterbeurt en ik had toch wel wat te mopperen. Maar in de loop van de week en tientallen luisterbeurten later begon ik echter toch de briljantie van de plaat in te zien. Pas nu, na de plaat die wederom 74 minuten duurt en dus uren te hebben aangehoord, beginnen er ook weer wat negatieve puntjes door te sijpelen tijdens het luisteren.
Laat ik echter terugkeren naar die allereerste luisterbeurt en wat negatieve gevoelens eruit gooien. Ik heb het gevoel dat de teksten iets minder zijn ten opzichte van het eerdere werk. Er waren altijd al veel sloganeske teksten, maar op deze volle, drukke plaat staan er nog meer dan anders. Ook in de ballads lijken de onderwerpen een tikkeltje simpeler, makkelijker. Op Michigan had ik echt het gevoel dat Sufjan met wat simpele schetsjes van zijn pen hele werelden op kon roepen. Werelden van een cryptische schone eenzaamheid. Nu we het toch over Michigan hebben. De Michigan plaat gaat duidelijk meer over Michigan dan dat deze plaat over Illinois gaat. Misschien is het makkelijker om een "natuurstaat" in muziek te schilderen. Illinois is toch wat verwarrender. Ze noemen het de Prairie State en dat vermeldt Sufjan ook wel ergens, maar verder heeft de plaat vooral een Chicago feel. Niet meer dan terecht ook, want dat is het eerste wat me te binnen schiet als ik aan Illinois denk. Illinois = Chicago, IL. Jammer dat het nummer dat Chicago heet niet tot de hoogtepunten behoort. Tekenend is het feit dat in het Michigan artwork een kaartje van Michigan was opgenomen en dit ontbreekt nu, er zit nu wel voor de trouwe klant een ansichtkaart met een Illinois kaartje bij, maar die zou een koper in de winkel moeten ontberen, neem ik aan.
Als gezegd, de plaat is VOL. Het befaamde dameskoor is zeer aanwezig. De eerste luisterbeurt vond ik het zelfs teveel van het goede. Je krijgt toch bij vlagen een Polyphonic Spree gevoel, of, en dat is wel een komisch effect, een paar keer verwachtte ik dat het koor "Ring all the bells, sing and tell the people everywhere that the flower has come" van 4 Hero zou gaan zingen. Een ander punt wat me echt alleen de 1e luisterbeurt dwarszat was een opmerking op het ILM forum. Iemand aldaar vond dat Sufjan's stem een plaat eigenlijk niet kan dragen. Ik merkte dat deze opmerking me ergerde en ik heb opgeschreven dat ik voelde dat het lijkt alsof Sufjan af en toe meer in een rock-region van zijn stem zou willen zingen, maar dat niet kan. Maar je minpunten kennen is ook een talent en hij ondervangt zijn vocale beperkingen, niet alleen door het dameskoor op te laten draven, maar ook door uitstekende back-up singers in te schakelen. Zowel vrouwen als mannen trouwens. (Dat laatste in het erg geslaagde Decatur)
Komen we bij de positieve punten, want de plaat rockt wel, ook letterlijk. Grappig, maar ik voelde het aan komen. De hele opmaat naar The Man of Metropolis Steals Our Hearts merk je dat er echt een rocknummer moet komen, of in elk geval een riff. En die komt er ook. Is dit dan een positief punt? Welnu, daarmee is deze plaat een symbiose geworden van alle voorgaande platen. A Sun Came rockte namelijk ook en A Sun Came had ook de befaamde eh. fluitjes! Sprookjesfluiten. En die maken meteen al hun comeback in de magnifieke opener Concerning the UFO sighting near Highland, Illinois. De tracktitels zijn weer ellenlang, op het irritante af. Maar het is 'm vergeven. Ik had het over de perfecte symbiose, want ook elementen van Enjoy Your Rabbit zijn beter dan op Michigan in het totaalgeluid verwerkt. Deze nieuwe plaat eindigt bijvoorbeeld met een magnifieke Steve Reich Different Trains pastiche. Ik had het ook al even over Sufjan's zangkwaliteiten, in negatieve zin, maar ík meen dat hij vooruit is gaan. Zijn stem is fragiel en "ethereal" maar hij is duidelijk beter gaan zingen. Meer versieringen, kleine stembuiginkjes, misschien ook iets meer bereik.
Sufjan kan in feite 2 soorten nummers maken: de trieste folkballad en de drukke volle Polyphonic Spree meezingtrack, en juist die laatste categorie profiteert optimaal van HELE goede zanglijnen van Sufjan.
De kwantiteit/kwaliteit verhouding is ook weer uitstekend in orde. Er zijn 22 nummers volgens de tracklist, hoewel 6 daarvan outro's zijn van echte nummers die hun eigen titel hebben gekregen. Van die 22 heb ik maar bij 2 nummers het gevoel dat ze eraf hadden gekund. Na de mooie opener volgt een bombastische openingsshymne The Black Hawk War, met wat knellende melodiën, die echt achterwege had kunnen blijven. Conceptplaat-technisch zal het misschien wel kloppen met oorlog, enzo. Dan is er nog ergens in het midden een interlude van bijna 2 minuten getiteld To The Workers blabla.... die wat te lang duurt en ook niet echt een gouden melodie kent. Gezegd moet worden dat juist deze melodie een zuidelijke (Illinois ligt in het noorden trouwens...) prairie-feel heeft, dus ik ben blij dat het prairie-aspect de rest van de plaat genegeerd is.
Een ander minpuntje (vreemd ik kondig pluspunten aan en kom met nog wat meer minpuntjes) is het feit dat er een paar nummers zijn, die wel goed zijn, maar een rondje teveel maken, een goed voorbeeld is het eerder genoemde Chicago. Niettemin behalve die 2 eerder genoemde werkelijke minder tracks zijn de overige 20 goed tot fantastisch.
Een selectie van de favorieten op dit moment: (nu begint het juichgedeelte toch echt)
*Concerning the UFO Sighting Near Highland, Illinois
Kippe(n?)velmoment # 1 Dankzij pianoakkoorden! Ik heb het gevoel dat we die op Michigan alleen in wat interludes kregen te horen. Nee, dat is niet helemaal waar, maar niettemin is het gebruik van de piano veel prominenter op deze plaat. Veel songs lijken achter de piano geschreven. Geen slechte zaak. Dit is een prachtig gezongen ballad met dank ook aan Katrina Kerns.
Incarnation, three stars delivering signs and dusting from their eye
*Come on feel the Illinoise!
Een titeltrack in 2 delen die na een typisch druk notenbrij 1e gedeelte (Philip Glass Koyaanisqatsi waanzin, zeg maar) en een A Sun Came-achtige overgang overgaat in een wederom uitstekend gezongen 2e gedeelte. Goede zanglijnen máken deze plaat, nog maar eens benadrukken.
I cried myself to sleep last night and the ghost of Carl approached my window
*John Wayne Gacy, Jr.
Kippenvelmoment # 2 (Bereikt op vergelijkbare wijze, hoog gezongen refreintjes; heerlijk: Oh my Gooooood!) Misschien gaat deze plaat meer over Illinois dan een niet-Amerika kenner in het begin kan vermoeden. De plaat is wederom een geschiedenisles en een Wikipedia zoekwonder. Wie was Gacy? Niet veel goeds valt al te horen in het nummer en dat blijkt. Een seriemoordenaar, bij voorkeur verkleedt als clown, met minimaal 27 dode jongens op zijn geweten. Gacy siert ook het artwork trouwens, met doodskopballonnen et al. Het refrein nodigt uit tot heel dramatisch meezingen, maar ik haal die noten niet. Grrr!
He put a cloth on their lips, quiet hands, quiet kiss on the mouth
*Decatur, or, Round of Applause for Your Stepmother!
Wat ik bijzonder fascinerend vind aan deze bittervrolijke banjodeun met een beetje een Eels-melodie, is Daniel Smith. Hij doet niet veel op dit nummer: klappen een woohoe roepen. Maar de man die een nog grotere gimmick dan Sufjan uitvent, namelijk optreden als een boom, is er wel bij! Hoe goed is Daniel Smith? Is hij de ontdekker van Sufjan? Ik dacht dat Sufjan in Daniel's band ervaring had opgedaan en groot was geworden. Verdient deze schreeuwende boom meer respect van mij? Ik denk het wel, aangezien hij ook zijn hemels zingende zusjes aan Sufjan uitleende en meewerkte aan Seven Swans. Zijn platen staan met ingang van heden op mijn to check list. Overigens is het niet Daniel Smith die dit nummer geslaagd maakt, maar de al eerder genoemde mannelijke back-up zanger, naam: Matt Morgan
Our step mom we did everything to hate her, she took us down to the edge of Decatur
*The Man of Metropolis Steals Our Hearts
Hier is het rockgedeelte dat ik al van verre aan hoorde komen. Een vette riff maar die wordt al snel afgekapt voor een geheel ander soort gedeelte. Dit is Modular music, een punt wat ik ook als iets negatief had opgeschreven. Brian Wilson mag dan ook Modular music maken, het blijft ook bij hem een beetje klinken als een zwaktebod. Paradox-alert: Ondanks het Modular music gehalte is dit een uitstekend nummer met name dankzij het vrolijke koortje dat zingt over hoe een Steel man hun harten steelt. Ik ben geen Superman kenner maar ik neem aan dat de comic zich afspeelt in Metropolis. Nu vraag ik me af of de Metropolis die in Illinois ligt, de Metropolis is die in de comics voorkomt, niettemin verbindt Sufjan de twee met elkaar. (Zowel in het artwork als in de tekst) Een van de mooiste tekstregels en kippenvelmoment # 3 bevindt zich in dit nummer:
Took my bags, Illinois/ Dreamt the lake took my boy
*The Predatory Wasp of the Pallisades is out to get us!
Wat een titel! Wat een nummer! Ik moet zeggen het klinkt een beetje als de ballads die we op Michigan hoorde, maar het is een geslaagde herhalingsoefening. De intro met een soort van Casio-ruis-fluitgeluid is magistraal en de ballade die, daar hebben we het modular music aspect weer, bij vlagen overgaat in Philip Glass minimal music part, is magisch. De hoofdpersoon van het nummer ligt in bed, heeft het koud en ziet een wesp. Hij denkt terug aan een jeugdervaring, zwemmen met vrienden in de Palisades en dan: There on his shoulder my best friend is bit seven times/ he runs washing his face in his hands [...]Touching his back with my hand/ I kiss him
Vervolgens gaat de ballade over in een homoseksuele (We were in love/ We were in love) maar Godsvruchtige hymne: I can tell you but telling gets old. Terrible sing and terrible storm [..] My friend is gone/ He ran away
Wie weet klopt er geen zak van wat ik hier in deze tekst lees, maar dat is een goed teken. Dit is een van de weinige mysterieuze teksten op de plaat.
*They are Night Zombies!!! (etc. etc.)
Een superhippe baslijn en laat dan de cheerleaders maar declameren: I-L-L-I-N-O-I-S!
*In This Temple, as in the Hearts of Man for Whom He Saved the Earth
Ok, dit is echt een van de laatste. Interlude: Big Fish soundtrack mood. Goed.
*The Tallest Man, the Broadest Shoulders
Meest catchy nummer van de plaat. Maffe maatsoort, handclaps, trompetgeschal. Helemaal vergeten te vertellen, maar de instrumentatie is echt aanzienlijk uitgebreid ten opzichte van Michigan, prominente blazers en een hoop strijkers. (Hoewel ik had al gezegd dat het een volle plaat was...) Dit nummer is goed te vergelijken met Come On Feel The Illinoise.
Het gaat me nu even om het outro, langzaam hoor je pianonoten dwarrelen en ik denk, hè !? Spirited Away? Hisaishi? Tomita? Jazzy.. Jaco Pastorius? Nee, die speelt bass Duh.. Maar iets in die richting.. Ah! Jon Hassell! Zeker als het outro overgaat in een volgende "track", waar ook nog een trompet opduikt, dan is de positieve vergelijking helemaal gerechtvaardigd.
Conclusie? Het is geen gigantische stap vooruit na Michigan, maar ik heb het gevoel dat de drukke tracks dermate goed vooruit zijn gegaan dat ik deze plaat toch ga prefereren. Ook de ballades zorgen nog voor genoeg kippenvelmomenten, ook al heeft Sufjan in die categorie geen wezenlijke progressie geboekt. Ik reken Sufjan inmiddels tot een van de allergrootsten, of zoals hij zelf zingt in de kerkdeun The Seer's Tower:
Seven Miles above the earth
There is Emanuel of Mothers
With His sword with His robe
He comes dividing man from brothers
Sufjan is de man.
Collectie klassiekers wat aangevuld..
*Sufjan Stevens - invites you to Come on feel the Illinoise
Al ruim een week is deze plaat binnen. Mooie zaak van Asthmatic Kitty. Razendsnel versturen ze alles voor spotprijsjes. Dit is de plaat waar ik het meest naar uit heb gekeken dit jaar. Gevaarlijk dus. Maandavond twijfelde ik ook of ik de cd op moest zetten. Was ik er helemaal klaar voor? Stond ik er helemaal open voor? Geen negatieve gedachten? Ok, check. Dus ik ging zitten, pakte het boekje erbij en zette de plaat aan.. (nutteloze terzijde: nadat ik daarvoor een uur aan de stickertjes die de plaat sealden had zitten peuteren! Hopeloos!)
En eerlijk is eerlijk, de ultieme test voor een plaat is zo'n eerste luisterbeurt en ik had toch wel wat te mopperen. Maar in de loop van de week en tientallen luisterbeurten later begon ik echter toch de briljantie van de plaat in te zien. Pas nu, na de plaat die wederom 74 minuten duurt en dus uren te hebben aangehoord, beginnen er ook weer wat negatieve puntjes door te sijpelen tijdens het luisteren.
Laat ik echter terugkeren naar die allereerste luisterbeurt en wat negatieve gevoelens eruit gooien. Ik heb het gevoel dat de teksten iets minder zijn ten opzichte van het eerdere werk. Er waren altijd al veel sloganeske teksten, maar op deze volle, drukke plaat staan er nog meer dan anders. Ook in de ballads lijken de onderwerpen een tikkeltje simpeler, makkelijker. Op Michigan had ik echt het gevoel dat Sufjan met wat simpele schetsjes van zijn pen hele werelden op kon roepen. Werelden van een cryptische schone eenzaamheid. Nu we het toch over Michigan hebben. De Michigan plaat gaat duidelijk meer over Michigan dan dat deze plaat over Illinois gaat. Misschien is het makkelijker om een "natuurstaat" in muziek te schilderen. Illinois is toch wat verwarrender. Ze noemen het de Prairie State en dat vermeldt Sufjan ook wel ergens, maar verder heeft de plaat vooral een Chicago feel. Niet meer dan terecht ook, want dat is het eerste wat me te binnen schiet als ik aan Illinois denk. Illinois = Chicago, IL. Jammer dat het nummer dat Chicago heet niet tot de hoogtepunten behoort. Tekenend is het feit dat in het Michigan artwork een kaartje van Michigan was opgenomen en dit ontbreekt nu, er zit nu wel voor de trouwe klant een ansichtkaart met een Illinois kaartje bij, maar die zou een koper in de winkel moeten ontberen, neem ik aan.
Als gezegd, de plaat is VOL. Het befaamde dameskoor is zeer aanwezig. De eerste luisterbeurt vond ik het zelfs teveel van het goede. Je krijgt toch bij vlagen een Polyphonic Spree gevoel, of, en dat is wel een komisch effect, een paar keer verwachtte ik dat het koor "Ring all the bells, sing and tell the people everywhere that the flower has come" van 4 Hero zou gaan zingen. Een ander punt wat me echt alleen de 1e luisterbeurt dwarszat was een opmerking op het ILM forum. Iemand aldaar vond dat Sufjan's stem een plaat eigenlijk niet kan dragen. Ik merkte dat deze opmerking me ergerde en ik heb opgeschreven dat ik voelde dat het lijkt alsof Sufjan af en toe meer in een rock-region van zijn stem zou willen zingen, maar dat niet kan. Maar je minpunten kennen is ook een talent en hij ondervangt zijn vocale beperkingen, niet alleen door het dameskoor op te laten draven, maar ook door uitstekende back-up singers in te schakelen. Zowel vrouwen als mannen trouwens. (Dat laatste in het erg geslaagde Decatur)
Komen we bij de positieve punten, want de plaat rockt wel, ook letterlijk. Grappig, maar ik voelde het aan komen. De hele opmaat naar The Man of Metropolis Steals Our Hearts merk je dat er echt een rocknummer moet komen, of in elk geval een riff. En die komt er ook. Is dit dan een positief punt? Welnu, daarmee is deze plaat een symbiose geworden van alle voorgaande platen. A Sun Came rockte namelijk ook en A Sun Came had ook de befaamde eh. fluitjes! Sprookjesfluiten. En die maken meteen al hun comeback in de magnifieke opener Concerning the UFO sighting near Highland, Illinois. De tracktitels zijn weer ellenlang, op het irritante af. Maar het is 'm vergeven. Ik had het over de perfecte symbiose, want ook elementen van Enjoy Your Rabbit zijn beter dan op Michigan in het totaalgeluid verwerkt. Deze nieuwe plaat eindigt bijvoorbeeld met een magnifieke Steve Reich Different Trains pastiche. Ik had het ook al even over Sufjan's zangkwaliteiten, in negatieve zin, maar ík meen dat hij vooruit is gaan. Zijn stem is fragiel en "ethereal" maar hij is duidelijk beter gaan zingen. Meer versieringen, kleine stembuiginkjes, misschien ook iets meer bereik.
Sufjan kan in feite 2 soorten nummers maken: de trieste folkballad en de drukke volle Polyphonic Spree meezingtrack, en juist die laatste categorie profiteert optimaal van HELE goede zanglijnen van Sufjan.
De kwantiteit/kwaliteit verhouding is ook weer uitstekend in orde. Er zijn 22 nummers volgens de tracklist, hoewel 6 daarvan outro's zijn van echte nummers die hun eigen titel hebben gekregen. Van die 22 heb ik maar bij 2 nummers het gevoel dat ze eraf hadden gekund. Na de mooie opener volgt een bombastische openingsshymne The Black Hawk War, met wat knellende melodiën, die echt achterwege had kunnen blijven. Conceptplaat-technisch zal het misschien wel kloppen met oorlog, enzo. Dan is er nog ergens in het midden een interlude van bijna 2 minuten getiteld To The Workers blabla.... die wat te lang duurt en ook niet echt een gouden melodie kent. Gezegd moet worden dat juist deze melodie een zuidelijke (Illinois ligt in het noorden trouwens...) prairie-feel heeft, dus ik ben blij dat het prairie-aspect de rest van de plaat genegeerd is.
Een ander minpuntje (vreemd ik kondig pluspunten aan en kom met nog wat meer minpuntjes) is het feit dat er een paar nummers zijn, die wel goed zijn, maar een rondje teveel maken, een goed voorbeeld is het eerder genoemde Chicago. Niettemin behalve die 2 eerder genoemde werkelijke minder tracks zijn de overige 20 goed tot fantastisch.
Een selectie van de favorieten op dit moment: (nu begint het juichgedeelte toch echt)
*Concerning the UFO Sighting Near Highland, Illinois
Kippe(n?)velmoment # 1 Dankzij pianoakkoorden! Ik heb het gevoel dat we die op Michigan alleen in wat interludes kregen te horen. Nee, dat is niet helemaal waar, maar niettemin is het gebruik van de piano veel prominenter op deze plaat. Veel songs lijken achter de piano geschreven. Geen slechte zaak. Dit is een prachtig gezongen ballad met dank ook aan Katrina Kerns.
Incarnation, three stars delivering signs and dusting from their eye
*Come on feel the Illinoise!
Een titeltrack in 2 delen die na een typisch druk notenbrij 1e gedeelte (Philip Glass Koyaanisqatsi waanzin, zeg maar) en een A Sun Came-achtige overgang overgaat in een wederom uitstekend gezongen 2e gedeelte. Goede zanglijnen máken deze plaat, nog maar eens benadrukken.
I cried myself to sleep last night and the ghost of Carl approached my window
*John Wayne Gacy, Jr.
Kippenvelmoment # 2 (Bereikt op vergelijkbare wijze, hoog gezongen refreintjes; heerlijk: Oh my Gooooood!) Misschien gaat deze plaat meer over Illinois dan een niet-Amerika kenner in het begin kan vermoeden. De plaat is wederom een geschiedenisles en een Wikipedia zoekwonder. Wie was Gacy? Niet veel goeds valt al te horen in het nummer en dat blijkt. Een seriemoordenaar, bij voorkeur verkleedt als clown, met minimaal 27 dode jongens op zijn geweten. Gacy siert ook het artwork trouwens, met doodskopballonnen et al. Het refrein nodigt uit tot heel dramatisch meezingen, maar ik haal die noten niet. Grrr!
He put a cloth on their lips, quiet hands, quiet kiss on the mouth
*Decatur, or, Round of Applause for Your Stepmother!
Wat ik bijzonder fascinerend vind aan deze bittervrolijke banjodeun met een beetje een Eels-melodie, is Daniel Smith. Hij doet niet veel op dit nummer: klappen een woohoe roepen. Maar de man die een nog grotere gimmick dan Sufjan uitvent, namelijk optreden als een boom, is er wel bij! Hoe goed is Daniel Smith? Is hij de ontdekker van Sufjan? Ik dacht dat Sufjan in Daniel's band ervaring had opgedaan en groot was geworden. Verdient deze schreeuwende boom meer respect van mij? Ik denk het wel, aangezien hij ook zijn hemels zingende zusjes aan Sufjan uitleende en meewerkte aan Seven Swans. Zijn platen staan met ingang van heden op mijn to check list. Overigens is het niet Daniel Smith die dit nummer geslaagd maakt, maar de al eerder genoemde mannelijke back-up zanger, naam: Matt Morgan
Our step mom we did everything to hate her, she took us down to the edge of Decatur
*The Man of Metropolis Steals Our Hearts
Hier is het rockgedeelte dat ik al van verre aan hoorde komen. Een vette riff maar die wordt al snel afgekapt voor een geheel ander soort gedeelte. Dit is Modular music, een punt wat ik ook als iets negatief had opgeschreven. Brian Wilson mag dan ook Modular music maken, het blijft ook bij hem een beetje klinken als een zwaktebod. Paradox-alert: Ondanks het Modular music gehalte is dit een uitstekend nummer met name dankzij het vrolijke koortje dat zingt over hoe een Steel man hun harten steelt. Ik ben geen Superman kenner maar ik neem aan dat de comic zich afspeelt in Metropolis. Nu vraag ik me af of de Metropolis die in Illinois ligt, de Metropolis is die in de comics voorkomt, niettemin verbindt Sufjan de twee met elkaar. (Zowel in het artwork als in de tekst) Een van de mooiste tekstregels en kippenvelmoment # 3 bevindt zich in dit nummer:
Took my bags, Illinois/ Dreamt the lake took my boy
*The Predatory Wasp of the Pallisades is out to get us!
Wat een titel! Wat een nummer! Ik moet zeggen het klinkt een beetje als de ballads die we op Michigan hoorde, maar het is een geslaagde herhalingsoefening. De intro met een soort van Casio-ruis-fluitgeluid is magistraal en de ballade die, daar hebben we het modular music aspect weer, bij vlagen overgaat in Philip Glass minimal music part, is magisch. De hoofdpersoon van het nummer ligt in bed, heeft het koud en ziet een wesp. Hij denkt terug aan een jeugdervaring, zwemmen met vrienden in de Palisades en dan: There on his shoulder my best friend is bit seven times/ he runs washing his face in his hands [...]Touching his back with my hand/ I kiss him
Vervolgens gaat de ballade over in een homoseksuele (We were in love/ We were in love) maar Godsvruchtige hymne: I can tell you but telling gets old. Terrible sing and terrible storm [..] My friend is gone/ He ran away
Wie weet klopt er geen zak van wat ik hier in deze tekst lees, maar dat is een goed teken. Dit is een van de weinige mysterieuze teksten op de plaat.
*They are Night Zombies!!! (etc. etc.)
Een superhippe baslijn en laat dan de cheerleaders maar declameren: I-L-L-I-N-O-I-S!
*In This Temple, as in the Hearts of Man for Whom He Saved the Earth
Ok, dit is echt een van de laatste. Interlude: Big Fish soundtrack mood. Goed.
*The Tallest Man, the Broadest Shoulders
Meest catchy nummer van de plaat. Maffe maatsoort, handclaps, trompetgeschal. Helemaal vergeten te vertellen, maar de instrumentatie is echt aanzienlijk uitgebreid ten opzichte van Michigan, prominente blazers en een hoop strijkers. (Hoewel ik had al gezegd dat het een volle plaat was...) Dit nummer is goed te vergelijken met Come On Feel The Illinoise.
Het gaat me nu even om het outro, langzaam hoor je pianonoten dwarrelen en ik denk, hè !? Spirited Away? Hisaishi? Tomita? Jazzy.. Jaco Pastorius? Nee, die speelt bass Duh.. Maar iets in die richting.. Ah! Jon Hassell! Zeker als het outro overgaat in een volgende "track", waar ook nog een trompet opduikt, dan is de positieve vergelijking helemaal gerechtvaardigd.
Conclusie? Het is geen gigantische stap vooruit na Michigan, maar ik heb het gevoel dat de drukke tracks dermate goed vooruit zijn gegaan dat ik deze plaat toch ga prefereren. Ook de ballades zorgen nog voor genoeg kippenvelmomenten, ook al heeft Sufjan in die categorie geen wezenlijke progressie geboekt. Ik reken Sufjan inmiddels tot een van de allergrootsten, of zoals hij zelf zingt in de kerkdeun The Seer's Tower:
Seven Miles above the earth
There is Emanuel of Mothers
With His sword with His robe
He comes dividing man from brothers
Sufjan is de man.
donderdag, juni 02, 2005
Jandekdag: #0757
Jandek entert de jaren 90. Meteen een nieuwigheidje: hij staat in full colour (voorheen enkel zwart-wit) op de voorkant. Het haar slick achterover gekamd. Erg stoer. All right, all right, is het eerste wat hij zegt op deze plaat. Maar of alles zo right is weet ik niet.. De plaat is schizofreen to the max. Er doet wel een nieuwe zangeres mee. Ik weet niet of ik had geweten dat het een nieuwe zangeres was als dat niet op Seth's site stond trouwens. Ze klinkt wel een beetje als Nancy. Soms denk ik: waarom deze serie als Seth op zijn Jandek fanpagina al die platen in 1 of 2 regeltjes perfect schetst? Maar goed.. Wat je begint moet je afmaken.
Dit is wat ik tot nu toe altijd een groepsplaat heb genoemd. In het begin wordt er bijzonder toegankelijk geïmproviseerd. Want improvisatie is het, foutjes kunnen er niet meer uit worden gehaald en dat merk je soms. Het is een bijzonder korte plaat. Slechts 37 minuten, ik ben te lui om het na te zoeken maar het moet een van de kortste zijn. Ook de nummers zijn kort. Er is 1 lang nummer Come Through With A Smile en dat is ook meteen het beste nummer. Jandek zwijgt en de nieuwe zangeres zingt over Jezus, begeleid door een fijne mellow gitaarpartij en een klein crescendootje. De drumaccenten zitten ook redelijk op de tel zowaar..
Fear Jesus Christ
Ah, don’t fear what you have to do
He didn’t fear what he had to do
I’ll give it back tomorrow
I’ll give it back, all your sorrow
For what it’s worth to you
Come on through with a smile
Come on though and dance awhile
I May Not Be Around begint als een lo-fi Fleetwood Mac hit. Huppelend gitaartje, melodische gitaarstabs en een supersolo begeleiden de zangeres. Het verzandt al gauw in wat lawaaiigs. Maar Jandek beluisteren heeft ook vaak te maken met het genieten van intro's, vaak zeldzame momenten van consonanten en schoonheid. In het daaropvolgende Pastimes zitten ook weer compleet botsende, doch mooie melodiën door elkaar. Ze zijn goed te ontcijferen want nu zingt er helemaal niemand. Jandek heeft de vorige paar nummers zijn adem lopen sparen want nu komt een van zijn meest curieuze nummers. Om. Zo heet het, maar het klinkt meer als Ooooh. A Capella, een hele hoop Jandeks door elkaar, waarvan er sommigen vertraagd en versneld worden afgespeeld. En dissonant. Natuurlijk. Bizar. Hebben we dat gehad, krijg je dit:
You questioned her legs, spread on the table
Vultures that prey in her bosom, cursed her questions
Said she was dead anyway
A virgin mild scream
She wasn’t dead, just wasted
Said I’ll find a true eagle some day
Give him my genitals in a paper cup
Jandek lijkt ineens als een junk uit de jaren '80 te zijn gekomen. In de rest van de nummers krijgen we een soort Beefheartiaanse potten- en pannenblues te horen. Gekletter,gekleng en "biljartballen"! Ontoegankelijker als deze 2e helft van plaat kun je het niet krijgen, dit is Tom Waits to the extreme.
I sing a song, you got the mouth
I got a mirror, I got a gallery
I got a motion, I got a mouth
I keep them all hidden, I say a prayer
You look at the wall, you paint a picture
You messin’ with time, you look for a number
You got a door, you sing a song
Dit is wat ik tot nu toe altijd een groepsplaat heb genoemd. In het begin wordt er bijzonder toegankelijk geïmproviseerd. Want improvisatie is het, foutjes kunnen er niet meer uit worden gehaald en dat merk je soms. Het is een bijzonder korte plaat. Slechts 37 minuten, ik ben te lui om het na te zoeken maar het moet een van de kortste zijn. Ook de nummers zijn kort. Er is 1 lang nummer Come Through With A Smile en dat is ook meteen het beste nummer. Jandek zwijgt en de nieuwe zangeres zingt over Jezus, begeleid door een fijne mellow gitaarpartij en een klein crescendootje. De drumaccenten zitten ook redelijk op de tel zowaar..
Fear Jesus Christ
Ah, don’t fear what you have to do
He didn’t fear what he had to do
I’ll give it back tomorrow
I’ll give it back, all your sorrow
For what it’s worth to you
Come on through with a smile
Come on though and dance awhile
I May Not Be Around begint als een lo-fi Fleetwood Mac hit. Huppelend gitaartje, melodische gitaarstabs en een supersolo begeleiden de zangeres. Het verzandt al gauw in wat lawaaiigs. Maar Jandek beluisteren heeft ook vaak te maken met het genieten van intro's, vaak zeldzame momenten van consonanten en schoonheid. In het daaropvolgende Pastimes zitten ook weer compleet botsende, doch mooie melodiën door elkaar. Ze zijn goed te ontcijferen want nu zingt er helemaal niemand. Jandek heeft de vorige paar nummers zijn adem lopen sparen want nu komt een van zijn meest curieuze nummers. Om. Zo heet het, maar het klinkt meer als Ooooh. A Capella, een hele hoop Jandeks door elkaar, waarvan er sommigen vertraagd en versneld worden afgespeeld. En dissonant. Natuurlijk. Bizar. Hebben we dat gehad, krijg je dit:
You questioned her legs, spread on the table
Vultures that prey in her bosom, cursed her questions
Said she was dead anyway
A virgin mild scream
She wasn’t dead, just wasted
Said I’ll find a true eagle some day
Give him my genitals in a paper cup
Jandek lijkt ineens als een junk uit de jaren '80 te zijn gekomen. In de rest van de nummers krijgen we een soort Beefheartiaanse potten- en pannenblues te horen. Gekletter,gekleng en "biljartballen"! Ontoegankelijker als deze 2e helft van plaat kun je het niet krijgen, dit is Tom Waits to the extreme.
I sing a song, you got the mouth
I got a mirror, I got a gallery
I got a motion, I got a mouth
I keep them all hidden, I say a prayer
You look at the wall, you paint a picture
You messin’ with time, you look for a number
You got a door, you sing a song